Spaans

Uitgebreide vertaling voor estabilidad (Spaans) in het Nederlands

estabilidad:

estabilidad [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la estabilidad (equilibrio; balance)
    het evenwicht; de balans; de harmonie
    • evenwicht [het ~] zelfstandig naamwoord
    • balans [de ~] zelfstandig naamwoord
    • harmonie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. la estabilidad
    de stabiliteit
  3. la estabilidad (solvencia)
    de degelijkheid; de deugdelijkheid; goede kwaliteit; de gedegenheid
  4. la estabilidad (firmeza)
    de stevigheid; de soliditeit; de hechtheid; de vastheid
  5. la estabilidad (garantía; seguridad; certeza; firmeza; durabilidad)
    de zekerheid; de vastigheid; de vastheid; de stelligheid; gewisheid
  6. la estabilidad (durabilidad; firmeza)
    de bestendigheid; bestand zijn
  7. la estabilidad (equilibrio; armonía; balance)
    de evenwichtigheid
  8. la estabilidad (inquebrantabilidad; seguridad; firmeza; solvencia)
    onwankelbaarheid; de onwrikbaarheid; onomstotelijkheid

Vertaal Matrix voor estabilidad:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
balans balance; equilibrio; estabilidad balance; balance de situación; balanza; balanza comercial; báscula; edificio del peso público; peso; peso público
bestand zijn durabilidad; estabilidad; firmeza
bestendigheid durabilidad; estabilidad; firmeza durabilidad
degelijkheid estabilidad; solvencia decencia; profundidad; respetabilidad; robustez; seguridad; seriedad; solidez; solvencia; tenacidad; vigor; virtud
deugdelijkheid estabilidad; solvencia decencia; respetabilidad; robustez; seguridad; solidez; solvencia; tenacidad; vigor; virtud
evenwicht balance; equilibrio; estabilidad
evenwichtigheid armonía; balance; equilibrio; estabilidad
gedegenheid estabilidad; solvencia profundidad; solidez
gewisheid certeza; durabilidad; estabilidad; firmeza; garantía; seguridad
goede kwaliteit estabilidad; solvencia
harmonie balance; equilibrio; estabilidad armonía; banda; banda de música; compañía de músicos; concordancia; concordia; conformidad; consenso; consonancia; fanfarria; solidaridad; unanimidad
hechtheid estabilidad; firmeza
onomstotelijkheid estabilidad; firmeza; inquebrantabilidad; seguridad; solvencia
onwankelbaarheid estabilidad; firmeza; inquebrantabilidad; seguridad; solvencia
onwrikbaarheid estabilidad; firmeza; inquebrantabilidad; seguridad; solvencia firmeza; inflexibilidad; inquebrantabilidad
soliditeit estabilidad; firmeza robustez; seguridad; solidez; solvencia; tenacidad; vigor
stabiliteit estabilidad
stelligheid certeza; durabilidad; estabilidad; firmeza; garantía; seguridad certeza; confianza en si mismo; decisión; resolución
stevigheid estabilidad; firmeza fuerza; robustez; seguridad; solidez; solvencia; tenacidad; vigor
vastheid certeza; durabilidad; estabilidad; firmeza; garantía; seguridad consistencia
vastigheid certeza; durabilidad; estabilidad; firmeza; garantía; seguridad
zekerheid certeza; durabilidad; estabilidad; firmeza; garantía; seguridad carácter absoluto; confianza en si mismo

Synoniemen voor "estabilidad":


Wiktionary: estabilidad

estabilidad
noun
  1. het bestendig zijn
  2. het vermogen lang mee te gaan
  3. een situatie waarin zonder verstoring geen verandering zal plaatsvinden. Dit kan zowel een maatschappelijke, psychologische alsook een natuur- of scheikundige betekenis hebben (dit is de definitie van statisch)

Cross Translation:
FromToVia
estabilidad stabiliteit stabilité — Caractère de ce qui est stable

Verwante vertalingen van estabilidad