Spaans
Uitgebreide vertaling voor esplendor (Spaans) in het Nederlands
esplendor:
-
el esplendor (ostentación; adorno; lustre; brillo; gloria; glande; resplandor; pompa; boato; fastuosidad; brillantez)
-
el esplendor (centelleo; chispeo; fulgor; brillo)
-
el esplendor (espectáculo; demostración; representación; pompa; exhibición)
-
el esplendor (brillantez; brillo; destello; resplandor)
-
el esplendor (brillo; resplandor)
Vertaal Matrix voor esplendor:
Verwante woorden van "esplendor":
Synoniemen voor "esplendor":
Computer vertaling door derden: