Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal esculpir

Vertaal esculpir van Spaans naar Nederlands

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

esculpir:
- beeldhouwen; uithouwen; uitkappen; uithakken
Wiktionary:
- esculpir → beeldhouwen

Spaans

Uitgebreide vertaling voor esculpir (Spaans) in het Nederlands

esculpir:

esculpir werkwoord

esculpir
beeldhouwen
- beeldhouwen werkwoord (houw beeld, houwt beeld, houwde beeld, houwden beeld, beeldgehouwen)
esculpir (entallar)
uithouwen; uitkappen; uithakken
- uithouwen werkwoord (houw uit, houwt uit, houwde uit, houwden uit, uitgehouwen)
- uitkappen werkwoord (kap uit, kapt uit, kapte uit, kapten uit, uitgekapt)
- uithakken werkwoord (hak uit, hakt uit, hakte uit, hakten uit, uitgehakt)

Conjugations for esculpir:

presente

esculpo
esculpes
esculpe
esculpimos
esculpís
esculpen

imperfecto

esculpía
esculpías
esculpía
esculpíamos
esculpíais
esculpían

indefinido

esculpí
esculpiste
esculpió
esculpimos
esculpisteis
esculpieron

fut. de ind.

esculpiré
esculpirás
esculpirá
esculpiremos
esculpiréis
esculpirán

condic.

esculpiría
esculpirías
esculpiría
esculpiríamos
esculpiríais
esculpirían

pres. de subj.

que esculpa
que esculpas
que esculpa
que esculpamos
que esculpáis
que esculpan

imp. de subj.

que esculpiera
que esculpieras
que esculpiera
que esculpiéramos
que esculpierais
que esculpieran

miscelánea

¡esculpe!
¡esculpid!
¡no esculpas!
¡no esculpáis!
esculpido
esculpiendo

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor esculpir:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beeldhouwen	esculpir
uithakken	entallar; esculpir
uithouwen	entallar; esculpir
uitkappen	entallar; esculpir

Synoniemen voor "esculpir":

burilar; cincelar; grabar; granear; inscribir; tallar
entallar; labrar
morder
adornar; tornear; repujar

Wiktionary: esculpir

esculpir

verb

uit steen een beeld vervaardigen
- beeldhouwen → esculpir