Envidia in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

envidia:
- jaloezie; kinnesinne; afgunst; kif; naijver; nijd; ressentiment
envidiar:
- benijden; misgunnen; niet gunnen
Wiktionary:
- envidia → jaloersheid, jaloezie, na-ijver
- envidia → nijd, afgunst, naijver, jaloersheid, jaloezie, ijverzucht, wangunst
- envidiar → benijden
- envidiar → benijden, afgunstig zijn, jaloers zijn op, misgunnen

Spaans

Uitgebreide vertaling voor envidia (Spaans) in het Nederlands

envidia:

envidia [la ~] zelfstandig naamwoord

la envidia (persianas; resentimiento; estor; cortinas)
de jaloezie; de kinnesinne; de afgunst; de kif
- jaloezie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- kinnesinne [de ~] zelfstandig naamwoord
- afgunst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- kif [de ~] zelfstandig naamwoord
la envidia (celosía; rencor; cortinas; resentimiento; persianas; estor)
de naijver
- naijver [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la envidia (rencor; resentimiento)
de nijd
- nijd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la envidia (resentimiento; celos; rencor)
het ressentiment
- ressentiment [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor envidia:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afgunst	cortinas; envidia; estor; persianas; resentimiento
jaloezie	cortinas; envidia; estor; persianas; resentimiento
kif	cortinas; envidia; estor; persianas; resentimiento
kinnesinne	cortinas; envidia; estor; persianas; resentimiento
naijver	celosía; cortinas; envidia; estor; persianas; rencor; resentimiento
nijd	envidia; rencor; resentimiento
ressentiment	celos; envidia; rencor; resentimiento

Synoniemen voor "envidia":

achares; celos; duda; sospecha

Wiktionary: envidia

envidia

noun

een wrok die iemand koestert omdat men een ander niet gunt wat men zelf begeert
- jaloersheid → envidia
gevoel
- jaloezie → celos; envidia
jaloezie, afgunst
- na-ijver → celos; envidia

Cross Translation:

From	To	Via
• envidia	→ nijd; afgunst	↔ envy — resentful desire of something possessed by another
• envidia	→ naijver; jaloersheid	↔ jealousy — close, zealous vigilance, envy
• envidia	→ jaloezie; naijver; jaloersheid; afgunst; ijverzucht; nijd; wangunst	↔ envie — chagrin ou haine que l’on ressent du bonheur, des succès, des avantages d’autrui.

envidiar:

envidiar werkwoord

envidiar (tener envidia)
benijden
- benijden werkwoord (benijd, benijdt, benijdde, benijdden, benijd)
envidiar
misgunnen; niet gunnen
- misgunnen werkwoord (misgun, misgunt, misgunde, misgunden, misgund)
- niet gunnen werkwoord

Conjugations for envidiar:

presente

envidio
envidias
envidia
envidiamos
envidiáis
envidian

imperfecto

envidiaba
envidiabas
envidiaba
envidiábamos
envidiabais
envidiaban

indefinido

envidié
envidiaste
envidió
envidiamos
envidiasteis
envidiaron

fut. de ind.

envidiaré
envidiarás
envidiará
envidiaremos
envidiaréis
envidiarán

condic.

envidiaría
envidiarías
envidiaría
envidiaríamos
envidiaríais
envidiarían

pres. de subj.

que envidie
que envidies
que envidie
que envidiemos
que envidiéis
que envidien

imp. de subj.

que envidiara
que envidiaras
que envidiara
que envidiáramos
que envidiarais
que envidiaran

miscelánea

¡envidia!
¡envidiad!
¡no envidies!
¡no envidiéis!
envidiado
envidiando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor envidiar:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
benijden	envidiar; tener envidia
misgunnen	envidiar
niet gunnen	envidiar

Synoniemen voor "envidiar":

jugar; aventurar; apostar; arriesgar; poner; competir; desafiar; retar; pugnar

Wiktionary: envidiar

envidiar

verb

wensen dat men zelf mocht hebben wat een ander heeft
- benijden → envidiar