Enseres in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

enseres:
- werktuigen; instrument; gereedschappen; gereedschap; instrumenten; werktuig; gerei; handwerktuig; handgereedschap; benodigdheden; materialen; benodigdheid; materiaal; meubels; meubilair; meubelen; meubilering; ameublement; inventaris
Wiktionary:
- enseres → inboedel
- enseres → toestel, huishoudstoestel

Spaans

Uitgebreide vertaling voor enseres (Spaans) in het Nederlands

enseres:

enseres [el ~] zelfstandig naamwoord

el enseres (instrumento; herramienta; implementos; instrumento manual)
de werktuigen; de instrument; de gereedschappen; de gereedschap; de instrumenten; de werktuig; het gerei; handwerktuig; het handgereedschap
- werktuigen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- instrument [de ~] zelfstandig naamwoord
- gereedschappen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- gereedschap [de ~] zelfstandig naamwoord
- instrumenten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- werktuig [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- gerei [het ~] zelfstandig naamwoord
- handwerktuig [znw.] zelfstandig naamwoord
- handgereedschap [het ~] zelfstandig naamwoord
el enseres (accesorios; utensilios; avíos; ingredientes)
de benodigdheden; de materialen
- benodigdheden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- materialen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
el enseres (útiles; artículos; menesters)
benodigdheid; het materiaal
- benodigdheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- materiaal [het ~] zelfstandig naamwoord
el enseres (ajuar; mobiliario; muebles; amoblado; muebles y enseres; menaje; amoblamiento; disposición de la vivienda; mueblaje; efectos mobiliarios)
de meubels; het meubilair; de meubelen; de meubilering; het ameublement
- meubels [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- meubilair [het ~] zelfstandig naamwoord
- meubelen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- meubilering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- ameublement [het ~] zelfstandig naamwoord
el enseres (inventario; mercaderías en almacén; mobiliario; lista de existencias; bienes; mercancía en almacén; muebles; menaje; masa de la herencia; masa de la quiebra; efectos mobiliarios; muebles y enseres)
de inventaris
- inventaris [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor enseres:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ameublement	ajuar; amoblado; amoblamiento; disposición de la vivienda; efectos mobiliarios; enseres; menaje; mobiliario; mueblaje; muebles; muebles y enseres
benodigdheden	accesorios; avíos; enseres; ingredientes; utensilios
benodigdheid	artículos; enseres; menesters; útiles
gereedschap	enseres; herramienta; implementos; instrumento; instrumento manual
gereedschappen	enseres; herramienta; implementos; instrumento; instrumento manual
gerei	enseres; herramienta; implementos; instrumento; instrumento manual
handgereedschap	enseres; herramienta; implementos; instrumento; instrumento manual
handwerktuig	enseres; herramienta; implementos; instrumento; instrumento manual
instrument	enseres; herramienta; implementos; instrumento; instrumento manual
instrumenten	enseres; herramienta; implementos; instrumento; instrumento manual
inventaris	bienes; efectos mobiliarios; enseres; inventario; lista de existencias; masa de la herencia; masa de la quiebra; menaje; mercaderías en almacén; mercancía en almacén; mobiliario; muebles; muebles y enseres
materiaal	artículos; enseres; menesters; útiles	artículo; chismes; cosa; material; material básico; substancia
materialen	accesorios; avíos; enseres; ingredientes; utensilios
meubelen	ajuar; amoblado; amoblamiento; disposición de la vivienda; efectos mobiliarios; enseres; menaje; mobiliario; mueblaje; muebles; muebles y enseres
meubels	ajuar; amoblado; amoblamiento; disposición de la vivienda; efectos mobiliarios; enseres; menaje; mobiliario; mueblaje; muebles; muebles y enseres
meubilair	ajuar; amoblado; amoblamiento; disposición de la vivienda; efectos mobiliarios; enseres; menaje; mobiliario; mueblaje; muebles; muebles y enseres
meubilering	ajuar; amoblado; amoblamiento; disposición de la vivienda; efectos mobiliarios; enseres; menaje; mobiliario; mueblaje; muebles; muebles y enseres
werktuig	enseres; herramienta; implementos; instrumento; instrumento manual
werktuigen	enseres; herramienta; implementos; instrumento; instrumento manual	herramientas

Synoniemen voor "enseres":

útiles; aperos; bártulos; efectos; avíos
utensilios; aparejo; arreos; instrumentos
trastos
cachivaches; equipaje; bultos; maletas
bienes; pertenencias; posesiones
mobiliario; moblaje; ajuar; menaje; utillaje; material

Wiktionary: enseres

enseres

noun

de voorwerpen die horen tot de inrichting van een kamer
- inboedel → enseres

Cross Translation:

From	To	Via
• enseres	→ toestel; huishoudstoestel	↔ appliance — a device in its own right

Verwante vertalingen van enseres

Remove Ads

Vertaal enseres van Spaans naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor enseres (Spaans) in het Nederlands

enseres:

enseres [el ~] zelfstandig naamwoord

el enseres (instrumento; herramienta; implementos; instrumento manual)

el enseres (accesorios; utensilios; avíos; ingredientes)

el enseres (útiles; artículos; menesters)

el enseres (ajuar; mobiliario; muebles; amoblado; muebles y enseres; menaje; amoblamiento; disposición de la vivienda; mueblaje; efectos mobiliarios)

el enseres (inventario; mercaderías en almacén; mobiliario; lista de existencias; bienes; mercancía en almacén; muebles; menaje; masa de la herencia; masa de la quiebra; efectos mobiliarios; muebles y enseres)

Vertaal Matrix voor enseres:

Synoniemen voor "enseres":

Wiktionary: enseres

Verwante vertalingen van enseres