Enrollar in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

enrollar:
- opwikkelen; opwinden; haspelen; op een haspel winden; opklossen; opdraaien; omhoogdraaien; hoger draaien; zich omdraaien; in elkaar rollen; ineenrollen
Wiktionary:
- enrollar → inwikkelen, oprollen
- enrollar → winden, wikkelen, oprollen, strengelen

Spaans

Uitgebreide vertaling voor enrollar (Spaans) in het Nederlands

enrollar:

enrollar werkwoord

enrollar (rebobinar)
opwikkelen; opwinden; haspelen; op een haspel winden; opklossen
- opwikkelen werkwoord (wikkel op, wikkelt op, wikkelde op, wikkelden op, opgewikkeld)
- opwinden werkwoord (wind op, windt op, wond op, wonden op, opgewonden)
- haspelen werkwoord (haspel, haspelt, haspelde, haspelden, gehaspeld)
- op een haspel winden werkwoord
- opklossen werkwoord
enrollar (subir a fuerza de rodar; arrollar; dar cuerda; alzar)
opdraaien; omhoogdraaien; hoger draaien
- opdraaien werkwoord (draai op, draait op, draaide op, draaiden op, opgedraaid)
- omhoogdraaien werkwoord (draai omhoog, draait omhoog, draaide omhoog, draaiden omhoog, omhooggedraaid)
- hoger draaien werkwoord (draai hoger, draait hoger, draaide hoger, draaiden hoger, hoger gedraaid)
enrollar (abrazar; rodear; tornar; apartarse; dar la vuelta; tornarse; rebobinar; desfigurar; darse la vuelta; dar media vuelta; estrechar entre los brazos; cambiar de dirección)
zich omdraaien
- zich omdraaien werkwoord
enrollar (enroscar)
in elkaar rollen; ineenrollen
- in elkaar rollen werkwoord
- ineenrollen werkwoord

Conjugations for enrollar:

presente

enrollo
enrollas
enrolla
enrollamos
enrolláis
enrollan

imperfecto

enrollaba
enrollabas
enrollaba
enrollábamos
enrollabais
enrollaban

indefinido

enrollé
enrollaste
enrolló
enrollamos
enrollasteis
enrollaron

fut. de ind.

enrollaré
enrollarás
enrollará
enrollaremos
enrollaréis
enrollarán

condic.

enrollaría
enrollarías
enrollaría
enrollaríamos
enrollaríais
enrollarían

pres. de subj.

que enrolle
que enrolles
que enrolle
que enrollemos
que enrolléis
que enrollen

imp. de subj.

que enrollara
que enrollaras
que enrollara
que enrolláramos
que enrollarais
que enrollaran

miscelánea

¡enrolla!
¡enrollad!
¡no enrolles!
¡no enrolléis!
enrollado
enrollando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor enrollar:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
haspelen	enrollar; rebobinar	atrapañar; desperdiciar; estropear; hacer cosas de casa por afición
hoger draaien	alzar; arrollar; dar cuerda; enrollar; subir a fuerza de rodar
in elkaar rollen	enrollar; enroscar
ineenrollen	enrollar; enroscar
omhoogdraaien	alzar; arrollar; dar cuerda; enrollar; subir a fuerza de rodar
op een haspel winden	enrollar; rebobinar
opdraaien	alzar; arrollar; dar cuerda; enrollar; subir a fuerza de rodar
opklossen	enrollar; rebobinar
opwikkelen	enrollar; rebobinar
opwinden	enrollar; rebobinar	estimular; excitar; incitar
zich omdraaien	abrazar; apartarse; cambiar de dirección; dar la vuelta; dar media vuelta; darse la vuelta; desfigurar; enrollar; estrechar entre los brazos; rebobinar; rodear; tornar; tornarse

Synoniemen voor "enrollar":

almibarar; camelar; engatusar; embaucar; engañar; embelecar; estafar; timar; enredar; alucinar; mentir
enroscar; arrollar
liar; envolver; atar; sujetar; amarrar; empaquetar; embalar; ligar; enlazar
ovillar; devanar; bobinar

Wiktionary: enrollar

enrollar

verb

(overgankelijk) in een omhulsel doen
- inwikkelen → enrollar
zich ~, tot een rol vormen
- oprollen → enrollar; arrollar

Cross Translation:

From	To	Via
• enrollar	→ winden; wikkelen	↔ wind — turn coils of something around
• enrollar	→ oprollen; strengelen; wikkelen; winden	↔ enrouler — rouler plusieurs fois une chose autour d’une autre, ou sur elle-même.

Computer vertaling door derden: