Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. enrolarse:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor enrolarse (Spaans) in het Nederlands

enrolarse:

enrolarse werkwoord

  1. enrolarse
    inschrijven; aanmelden; aanmonsteren
    • inschrijven werkwoord (schrijf in, schrijft in, schreef in, schreven in, ingeschreven)
    • aanmelden werkwoord (meld aan, meldt aan, meldde aan, meldden aan, aangemeld)
    • aanmonsteren werkwoord (monster aan, monstert aan, monsterde aan, monsterden aan, aangemonsterd)

enrolarse [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el enrolarse (emplear; alquilar)
    in dienst nemen; inhuren; het huren
  2. el enrolarse (alquilatar; probar)
    keurend bekijken; monsteren

Vertaal Matrix voor enrolarse:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanmelden matriculación; matrícula
aanmonsteren alistamiento
huren alquilar; emplear; enrolarse
in dienst nemen alquilar; emplear; enrolarse
inhuren alquilar; emplear; enrolarse chárter
keurend bekijken alquilatar; enrolarse; probar
monsteren alquilatar; enrolarse; probar
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanmelden enrolarse apuntarse para; conectarse; dar de alta; iniciar sesión; inicio de sesión; inscribir; suscribir(se); suscribirse a
aanmonsteren enrolarse navegar contra la corriente; remontar
huren alquilar; arrendar; contratar; dar en arriendo; fletar; tomar en alquiler; tomar en arrendamiento; tomar en arriendo
in dienst nemen emplear; reclutar
inhuren emplear; reclutar
inschrijven enrolarse abandonar; apuntarse; apuntarse para; desahuciar; entregar; escupir; indicar; inscribir; registrar; registrar para el catastro; renunciar a; suscribir; suscribirse a
monsteren examinar; inspeccionar

Synoniemen voor "enrolarse":

  • engancharse; alistarse

Wiktionary: enrolarse

enrolarse
verb
  1. scheepvaart|nld dienst nemen op een schip