Enfoque in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

enfoque:
- standpunt; zienswijs; perspectief; invalshoek; gezichtspunt; oogpunt; gezichtshoek; instelling; scherpstelling; afstelling
Wiktionary:
- enfoque → aantocht, benadering, komst, aanpak, brandpunt

Spaans

Uitgebreide vertaling voor enfoque (Spaans) in het Nederlands

enfoque:

enfoque [el ~] zelfstandig naamwoord

el enfoque (punto de vista; posición; perspectiva; ángulo de incidencia; aspecto; modo de ver; ángulo visual; modo de ver las cosas)
het standpunt; zienswijs; de perspectief; de invalshoek; het gezichtspunt; het oogpunt; de gezichtshoek
- standpunt [het ~] zelfstandig naamwoord
- zienswijs [znw.] zelfstandig naamwoord
- perspectief [de ~] zelfstandig naamwoord
- invalshoek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- gezichtspunt [het ~] zelfstandig naamwoord
- oogpunt [het ~] zelfstandig naamwoord
- gezichtshoek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el enfoque (ajuste)
de instelling; de scherpstelling; de afstelling
- instelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- scherpstelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- afstelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor enfoque:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afstelling	ajuste; enfoque	ajuste; igualación; reglaje; regulación; sincronización; sintonizar
gezichtshoek	aspecto; enfoque; modo de ver; modo de ver las cosas; perspectiva; posición; punto de vista; ángulo de incidencia; ángulo visual
gezichtspunt	aspecto; enfoque; modo de ver; modo de ver las cosas; perspectiva; posición; punto de vista; ángulo de incidencia; ángulo visual	aspecto; concepción; concepto; idea; interpretación; juicio; manera de pensar; modo de ver; opinión; pensamiento; punto de vista; visión
instelling	ajuste; enfoque	ajuste; constitución; creación; disposición; erección; establecimiento; estado de ánimo; fundación; humor; mentalidad; organismo; organización; reglaje; valor
invalshoek	aspecto; enfoque; modo de ver; modo de ver las cosas; perspectiva; posición; punto de vista; ángulo de incidencia; ángulo visual	aproximación; planteamiento; planteo; visión; ángulo; ángulo de incidencia; ángulo visual; óptica
oogpunt	aspecto; enfoque; modo de ver; modo de ver las cosas; perspectiva; posición; punto de vista; ángulo de incidencia; ángulo visual
perspectief	aspecto; enfoque; modo de ver; modo de ver las cosas; perspectiva; posición; punto de vista; ángulo de incidencia; ángulo visual	perspectiva
scherpstelling	ajuste; enfoque
standpunt	aspecto; enfoque; modo de ver; modo de ver las cosas; perspectiva; posición; punto de vista; ángulo de incidencia; ángulo visual	actitud; aspecto; concepción; concepto; idea; interpretación; juicio; manera de pensar; modo de ver; opinión; pensamiento; posición; postura; punto de vista; toma de posición; visión
zienswijs	aspecto; enfoque; modo de ver; modo de ver las cosas; perspectiva; posición; punto de vista; ángulo de incidencia; ángulo visual

Verwante woorden van "enfoque":

enfoques

Synoniemen voor "enfoque":

aproximación; tratamiento; perspectiva; punto de vista
encuadre; ajuste

Wiktionary: enfoque

Cross Translation:

From	To	Via
• enfoque	→ aantocht; benadering; komst	↔ approach — the act of drawing near
• enfoque	→ aanpak	↔ approach — a manner in which a problem is solved or policy is made
• enfoque	→ brandpunt	↔ focus — fact of the convergence of light on the photographic medium
• enfoque	→ brandpunt	↔ focus — quality of the convergence of light on the photographic medium

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Vertaal enfoque van Spaans naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor enfoque (Spaans) in het Nederlands

enfoque:

enfoque [el ~] zelfstandig naamwoord

el enfoque (punto de vista; posición; perspectiva; ángulo de incidencia; aspecto; modo de ver; ángulo visual; modo de ver las cosas)

el enfoque (ajuste)

Vertaal Matrix voor enfoque:

Verwante woorden van "enfoque":

Synoniemen voor "enfoque":

Wiktionary: enfoque