Endurecer in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

endurecer:
- harden; stalen; uitharden; verharden; hard worden
- harden; bestand maken tegen; stalen; verharden
Wiktionary:
- endurecer → harden
- endurecer → verstijven, verharden, harden, stalen, temperen, indompelen, indopen, soppen

Spaans

Uitgebreide vertaling voor endurecer (Spaans) in het Nederlands

endurecer:

endurecer werkwoord

endurecer (fortalecer; secarse; radicalizar)
harden; stalen; uitharden
- harden werkwoord (hard, hardt, hardde, hardden, gehard)
- stalen werkwoord (staal, staalt, staalde, staalden, gestaald)
- uitharden werkwoord (hard uit, hardt uit, hardde uit, hardden uit, uitgehard)
endurecer (endurecerse)
verharden; hard worden
- verharden werkwoord (verhard, verhardt, verhardde, verhardden, verhard)
- hard worden werkwoord (word hard, wordt hard, werd hard, werden hard, hard geworden)

Conjugations for endurecer:

presente

endurezco
endureces
endurece
endurecemos
endurecéis
endurecen

imperfecto

endurecía
endurecías
endurecía
endurecíamos
endurecíais
endurecían

indefinido

endurecí
endureciste
endureció
endurecimos
endurecisteis
endurecieron

fut. de ind.

endureceré
endurecerás
endurecerá
endureceremos
endureceréis
endurecerán

condic.

endurecería
endurecerías
endurecería
endureceríamos
endureceríais
endurecerían

pres. de subj.

que endurezca
que endurezcas
que endurezca
que endurezcamos
que endurezcáis
que endurezcan

imp. de subj.

que endureciera
que endurecieras
que endureciera
que endureciéramos
que endurecierais
que endurecieran

miscelánea

¡endurece!
¡endureced!
¡no endurezcas!
¡no endurezcáis!
endurecido
endureciendo

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

endurecer [el ~] zelfstandig naamwoord

el endurecer (endurecimiento)
harden; bestand maken tegen
- harden [znw.] zelfstandig naamwoord
- bestand maken tegen [znw.] zelfstandig naamwoord
el endurecer
het stalen; verharden
- stalen [het ~] zelfstandig naamwoord
- verharden [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor endurecer:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bestand maken tegen	endurecer; endurecimiento
harden	endurecer; endurecimiento
stalen	endurecer
verharden	endurecer
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hard worden	endurecer; endurecerse
harden	endurecer; fortalecer; radicalizar; secarse	adiestrar; aguantar; ejercitar; soportar
stalen	endurecer; fortalecer; radicalizar; secarse
uitharden	endurecer; fortalecer; radicalizar; secarse
verharden	endurecer; endurecerse

Synoniemen voor "endurecer":

acerar; fortalecer; vigorizar; robustecer; templar
deshumanizar; insensibilizar

Wiktionary: endurecer

endurecer

verb

psychisch tegen moeilijkheden bestand maken
- harden → endurecer

Cross Translation:

From	To	Via
• endurecer	→ verstijven; verharden	↔ harden — become hard
• endurecer	→ harden; stalen; temperen	↔ durcir — Durcir
• endurecer	→ indompelen; indopen; soppen; harden; stalen; temperen	↔ tremper — Traductions à trier suivant le sens

Computer vertaling door derden: