Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal endosar

Vertaal endosar van Spaans naar Nederlands

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

endosar:
- opzadelen; aan een ander overlaten; doorschuiven
Wiktionary:
- endosar → endosseren

Spaans

Uitgebreide vertaling voor endosar (Spaans) in het Nederlands

endosar:

endosar werkwoord

endosar (ensillar; endilgar)
opzadelen
- opzadelen werkwoord (zadel op, zadelt op, zadelde op, zadelden op, opgezadeld)
endosar (dejar a otra persona; ceder)
aan een ander overlaten; doorschuiven
- aan een ander overlaten werkwoord
- doorschuiven werkwoord (schuif door, schuift door, schoof door, schoven door, doorgeschoven)

Conjugations for endosar:

presente

endoso
endosas
endosa
endosamos
endosáis
endosan

imperfecto

endosaba
endosabas
endosaba
endosábamos
endosabais
endosaban

indefinido

endosé
endosaste
endosó
endosamos
endosasteis
endosaron

fut. de ind.

endosaré
endosarás
endosará
endosaremos
endosaréis
endosarán

condic.

endosaría
endosarías
endosaría
endosaríamos
endosaríais
endosarían

pres. de subj.

que endose
que endoses
que endose
que endosemos
que endoséis
que endosen

imp. de subj.

que endosara
que endosaras
que endosara
que endosáramos
que endosarais
que endosaran

miscelánea

¡endosa!
¡endosad!
¡no endoses!
¡no endoséis!
endosado
endosando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor endosar:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aan een ander overlaten	ceder; dejar a otra persona; endosar
doorschuiven	ceder; dejar a otra persona; endosar
opzadelen	endilgar; endosar; ensillar

Synoniemen voor "endosar":

achacar; atribuir; imputar; inculpar
encasquetar; enjaretar; endilgar; endiñar; largar

Wiktionary: endosar

endosar

verb

(overgankelijk) handel|nld een wissel of ander stuk aan een ander overdragen door op de rugzijde te ondertekenen en te dagtekenen
- endosseren → endosar