Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal encadenamiento

Vertaal encadenamiento van Spaans naar Nederlands

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

encadenamiento:
- aaneenschakeling; keten; reeks; serie; rij
- reeks; aaneenschakeling; serie
Wiktionary:
- encadenamiento → aaneenschakeling
- encadenamiento → aaneenschakeling, opeenvolging, volgorde

Spaans

Uitgebreide vertaling voor encadenamiento (Spaans) in het Nederlands

encadenamiento:

encadenamiento [el ~] zelfstandig naamwoord

el encadenamiento (sarta; serie; sucesión; eslabonamiento)
de aaneenschakeling; de keten; de reeks; de serie; de rij
- aaneenschakeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- keten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- reeks [de ~] zelfstandig naamwoord
- serie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- rij [de ~] zelfstandig naamwoord

encadenamiento [la ~] zelfstandig naamwoord

la encadenamiento (serie; gama; sucesión; orden; cola; fila; hilera; sarta; progresión; eslabonamiento)
de reeks; de aaneenschakeling; de serie
- reeks [de ~] zelfstandig naamwoord
- aaneenschakeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- serie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor encadenamiento:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aaneenschakeling	cola; encadenamiento; eslabonamiento; fila; gama; hilera; orden; progresión; sarta; serie; sucesión	cadena; cadenilla; cadenita; cerco; ciclo; collar; contracción; cordón circunvalatorio; corona; círculo; esfera; esposas; gama; gargantilla; grillos; halo; halón; hilera; ojera; progresión; secuencia; serie; sucesión
keten	encadenamiento; eslabonamiento; fila; orden; sarta; serie; sucesión	almacenes; baliza; boya; cadena; cadena comercial; cadena de empresas comerciales; cadena de establecimientos comerciales; cadenas; cadenilla; cadenita; cerco; ciclo; collar; cordón circunvalatorio; corona; círculo; esfera; esposas; gama; gargantilla; grillos; halo; halón; hilera; ojera; progresión; secuencia; serie; sucesión
reeks	cola; encadenamiento; eslabonamiento; fila; gama; hilera; orden; progresión; sarta; serie; sucesión	ciclo; secuencia; serie; sucesión
rij	encadenamiento; eslabonamiento; fila; orden; sarta; serie; sucesión	barra; cola; columna; fila; línea; orden; raya; serie; tira
serie	cola; encadenamiento; eslabonamiento; fila; gama; hilera; orden; progresión; sarta; serie; sucesión	ciclo; familia; secuencia; serie; sucesión

Synoniemen voor "encadenamiento":

engarce; enlace; unión; engaste
línea; ristra; renglón; hilera; andana; fila; ringlera; sarta; cadena; serie; columna; cadeneta; leontina; sucesión; continuación

Wiktionary: encadenamiento

encadenamiento

noun

het aaneenschakelen
- aaneenschakeling → encadenamiento

Cross Translation:

From	To	Via
• encadenamiento	→ aaneenschakeling; opeenvolging; volgorde	↔ enchainement — action d’enchainer.