Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal ejercicio

Vertaal ejercicio van Spaans naar Nederlands

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

ejercicio:
- oefening; vaardigheidsoefening; beweging; lichaamsbeweging; gebaar; opgave; leeroefening; studie; oefenstuk; sloepenrol; boekperiode; financiële-administratieperiode; boekingsperiode; fiscaal jaar
Wiktionary:
- ejercicio → oefening, probleem, training, boekjaar

Spaans

Uitgebreide vertaling voor ejercicio (Spaans) in het Nederlands

ejercicio:

ejercicio [el ~] zelfstandig naamwoord

el ejercicio (ejercicio de destreza; ejercicio de habilidad; prácticas; estudios; educación)
de oefening; vaardigheidsoefening
- oefening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vaardigheidsoefening [znw.] zelfstandig naamwoord
el ejercicio (marcha; traslado; acción; pasadizo; conducta; rebosamiento)
de beweging; de lichaamsbeweging; het gebaar
- beweging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- lichaamsbeweging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gebaar [het ~] zelfstandig naamwoord
el ejercicio (práctica)
de opgave; leeroefening
- opgave [de ~] zelfstandig naamwoord
- leeroefening [znw.] zelfstandig naamwoord
el ejercicio
de studie; oefenstuk
- studie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- oefenstuk [znw.] zelfstandig naamwoord
el ejercicio
sloepenrol
- sloepenrol [znw.] zelfstandig naamwoord
el ejercicio (período fiscal; período contable)
boekperiode; financiële-administratieperiode; boekingsperiode
el ejercicio (año fiscal)
fiscaal jaar
- fiscaal jaar

Vertaal Matrix voor ejercicio:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beweging	acción; conducta; ejercicio; marcha; pasadizo; rebosamiento; traslado
gebaar	acción; conducta; ejercicio; marcha; pasadizo; rebosamiento; traslado	acción; ademán; gesto; muestra; proceder; seña; señal; signo
leeroefening	ejercicio; práctica
lichaamsbeweging	acción; conducta; ejercicio; marcha; pasadizo; rebosamiento; traslado
oefening	educación; ejercicio; ejercicio de destreza; ejercicio de habilidad; estudios; prácticas
oefenstuk	ejercicio
opgave	ejercicio; práctica	asunto; aviso; catálogo; comunicación; conformarse con; cuestión; declaración; especificación; información; inscripción; inventario; lista; matriculación; matrícula; noticia; notificación; problema; publicación; resignarse en
sloepenrol	ejercicio
studie	ejercicio	carrera; cursillo; curso; estudios
vaardigheidsoefening	educación; ejercicio; ejercicio de destreza; ejercicio de habilidad; estudios; prácticas
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
boekingsperiode	ejercicio; período contable; período fiscal
boekperiode	ejercicio; período contable; período fiscal	período fiscal
financiële-administratieperiode	ejercicio; período contable; período fiscal
fiscaal jaar	año fiscal; ejercicio
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beweging		movimiento

Verwante woorden van "ejercicio":

ejercicios

Synoniemen voor "ejercicio":

ejercitación; práctica; entrenamiento; adiestramiento; perfeccionamiento
examen; control; prueba
gimnasia; atletismo; deporte
praxis; actos

Wiktionary: ejercicio

Cross Translation:

From	To	Via
• ejercicio	→ oefening; probleem	↔ problem — schoolwork exercise
• ejercicio	→ training; oefening; boekjaar	↔ exercice — action d’exercer ou de s’exercer.

Verwante vertalingen van ejercicio