Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. efusión:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor efusión (Spaans) in het Nederlands

efusión:

efusión [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la efusión (alborozo; entusiasmo; euforia)
    het enthousiasme; de uitgelatenheid; de uitbundigheid
  2. la efusión (amistosidad; afectividad; amabilidad; )
    de hartelijkheid; de vriendschappelijkheid

Vertaal Matrix voor efusión:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
enthousiasme alborozo; efusión; entusiasmo; euforia animación; apasionamiento; entusiasmo; fervor; inspiración
hartelijkheid afabilidad; afectividad; amabilidad; amistosidad; carácter amistoso; cordialidad; efusión; hospitalidad; simpatía afabilidad; afición; amor; apasionamiento; cariño; cordialidad; dulzura; hospitalidad; jovialidad; suavidad; ternura
uitbundigheid alborozo; efusión; entusiasmo; euforia
uitgelatenheid alborozo; efusión; entusiasmo; euforia alborozo; alegría; animación; gusto
vriendschappelijkheid afabilidad; afectividad; amabilidad; amistosidad; carácter amistoso; cordialidad; efusión; hospitalidad; simpatía

Verwante woorden van "efusión":

  • efusiones

Synoniemen voor "efusión":


Wiktionary: efusión


Cross Translation:
FromToVia
efusión uitstorting effusion — outpouring of liquid

Computer vertaling door derden: