Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
- efectuar:
-
Wiktionary:
- efectuar → uitvoeren
- efectuar → volbrengen, bewerkstelligen, effectueren
Spaans
Uitgebreide vertaling voor efectuar (Spaans) in het Nederlands
efectuar:
-
efectuar (hacer; hacer realizar; actuar; realizar)
-
efectuar (terminar; finalizar; acabar de; llegar; parar; completar; poner término a una; concluir; poner fin a; acabar; acabar con una; encontrarse en la recta final; ultimar; llegar al fin; realizar; decidir; detenerse; expirar; extinguirse; dar fin a una; vencer; dar fin a; decidirse a; poner fin a una; poner término a)
beëindigen; afsluiten; eindigen; ophouden; stoppen; een einde maken aan-
een einde maken aan werkwoord (maak een einde aan, maakt een einde aan, maakte een einde aan, maakten een einde aan, een einde gemaakt aan)
-
efectuar (dar muerte a; matar; terminar; realizar; interrumpir; poner término a una; liquidar a una persona; poner fin a una)
doden; vermoorden; liquideren; van kant maken; doodmaken; afmaken; doodslaan; ombrengen-
van kant maken werkwoord (maak van kant, maakt van kant, maakte van kant, maakten van kant, van kant gemaakt)
-
efectuar (ejecutar; llevar a cabo)
-
efectuar (realizar; ejecutar)
voor elkaar krijgen; bewerkstelligen; klaarspelen; bedingen; fixen; lappen-
voor elkaar krijgen werkwoord
-
bewerkstelligen werkwoord (bewerkstellig, bewerkstelligt, bewerkstelligde, bewerkstelligden, bewerkstelligd)
-
fixen werkwoord
-
Conjugations for efectuar:
presente
- efectúo
- efectúas
- efectúa
- efectuamos
- efectuáis
- efectúan
imperfecto
- efectuaba
- efectuabas
- efectuaba
- efectuábamos
- efectuabais
- efectuaban
indefinido
- efectué
- efectuaste
- efectuó
- efectuamos
- efectuasteis
- efectuaron
fut. de ind.
- efectuaré
- efectuarás
- efectuará
- efectuaremos
- efectuaréis
- efectuarán
condic.
- efectuaría
- efectuarías
- efectuaría
- efectuaríamos
- efectuaríais
- efectuarían
pres. de subj.
- que efectúe
- que efectúes
- que efectúe
- que efectuemos
- que efectuéis
- que efectúen
imp. de subj.
- que efectuara
- que efectuaras
- que efectuara
- que efectuáramos
- que efectuarais
- que efectuaran
miscelánea
- ¡efectúa!
- ¡efectuad!
- ¡no efectúes!
- ¡no efectúeis!
- efectuado
- efectuando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
Vertaal Matrix voor efectuar:
Synoniemen voor "efectuar":
Wiktionary: efectuar
efectuar
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• efectuar | → volbrengen | ↔ accomplish — to finish successfully |
• efectuar | → bewerkstelligen | ↔ effect — to make or bring about; to implement |
• efectuar | → effectueren | ↔ effektuieren — (transitiv) eine Zahlung leisten |
• efectuar | → effectueren | ↔ effektuieren — (transitiv) einen Auftrag, Befehl, Plan oder ein Vorhaben ausführen |