Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. echar abajo:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor echar abajo (Spaans) in het Nederlands

echar abajo:

echar abajo werkwoord

  1. echar abajo (lanzar; tirar; arrojar)
    afwerpen; afsmijten
    • afwerpen werkwoord (werp af, werpt af, wierp af, wierpen af, afgeworpen)
    • afsmijten werkwoord (smijt af, smeet af, smeten af, afgesmeten)
  2. echar abajo (demoler; desguazar; derribar)
    slopen; iets afbreken
  3. echar abajo (tirar abajo; arrancar; matar; )
    neerhalen; neersabelen
    • neerhalen werkwoord (haal neer, haalt neer, haalde neer, haalden neer, neergehaald)
    • neersabelen werkwoord
  4. echar abajo (demoler)
    wegbreken
    • wegbreken werkwoord (breek weg, breekt weg, brak weg, braken weg, weggebroken)

Vertaal Matrix voor echar abajo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wegbreken demolición; derribo; desguace; desmantelamiento; fraccionar
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afsmijten arrojar; echar abajo; lanzar; tirar arrojar; derrocar; despeñar; lanzar; precipitar; tirar
afwerpen arrojar; echar abajo; lanzar; tirar arrojar; derrocar; despeñar; lanzar; precipitar; tirar
iets afbreken demoler; derribar; desguazar; echar abajo
neerhalen abatir; arrancar; arriar; asesinar; bajar en picado; dejar atrás; derribar; desembarcar; echar abajo; matar; matar a tiros; matar de un tiro; menoscabar; pegar un tiro; rezagarse; someter a ejecución forzosa; tirar abajo criticar; demoler; derribar; desguazar
neersabelen abatir; arrancar; arriar; asesinar; bajar en picado; dejar atrás; derribar; desembarcar; echar abajo; matar; matar a tiros; matar de un tiro; menoscabar; pegar un tiro; rezagarse; someter a ejecución forzosa; tirar abajo
slopen demoler; derribar; desguazar; echar abajo aflojar; agotar; cansar; consumirse; demoler; derribar; desguazar; destrozar; destruir; devastar; malograr; morir de sed; romper
wegbreken demoler; echar abajo

Verwante vertalingen van echar abajo