Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal dureza

Vertaal dureza van Spaans naar Nederlands

Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. dureza:
  2. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor dureza (Spaans) in het Nederlands

dureza:

dureza [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la dureza (capacidad de resistencia; aguante; resistencia; consistencia; poder de resistencia)
    het uithoudingsvermogen; de taaiheid
  2. la dureza (valor; fuerza; hazaña; )
    de moed; onversaagdheid; de dapperheid; de koenheid
  3. la dureza (rudeza)
    de ruwheid; de hardhandigheid
  4. la dureza (robustez; vigor; fuerza; resistencia)
    de kranigheid
  5. la dureza (falta de compasión)
    de onbarmhartigheid
  6. la dureza (basteza; grosería; aspereza; )
    ruw van makelij; de grofheid
  7. la dureza (rigidez; crudeza; severidad; rigurosidad; punibilidad)
    de strengheid; de onverbiddelijkheid; de gestrengheid
  8. la dureza (endurecimiento; fuerza; vigor; resistencia; robustez)
    gehardheid; gestaaldheid
  9. la dureza (tenacidad; rigidez; torpeza; )
    stijfte
    • stijfte [znw.] zelfstandig naamwoord
  10. la dureza (impenitencia)
    verstoktheid; verhardheid
  11. la dureza (callo; callos; callosidad)
    de eeltlaag; het eelt; eeltplek
    • eeltlaag [de ~] zelfstandig naamwoord
    • eelt [het ~] zelfstandig naamwoord
    • eeltplek [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dureza:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dapperheid acto heroico; audacia; dureza; fuerza; hazaña; robustez; valentía; valor
eelt callo; callos; callosidad; dureza
eeltlaag callo; callos; callosidad; dureza
eeltplek callo; callos; callosidad; dureza
gehardheid dureza; endurecimiento; fuerza; resistencia; robustez; vigor
gestaaldheid dureza; endurecimiento; fuerza; resistencia; robustez; vigor
gestrengheid crudeza; dureza; punibilidad; rigidez; rigurosidad; severidad
grofheid aspereza; basteza; dureza; grosería; rudeza; rugosidad; tosquedad; vulgaridad conducta campesina; descortesía; grosería; mala educación; rudeza; vulgaridad
hardhandigheid dureza; rudeza
koenheid acto heroico; audacia; dureza; fuerza; hazaña; robustez; valentía; valor agallas; atrevimiento; audacia; cojones; coraje; osadía; valentía
kranigheid dureza; fuerza; resistencia; robustez; vigor
moed acto heroico; audacia; dureza; fuerza; hazaña; robustez; valentía; valor audacia; cojones; coraje; osadía; valentía; valor heroico
onbarmhartigheid dureza; falta de compasión
onverbiddelijkheid crudeza; dureza; punibilidad; rigidez; rigurosidad; severidad
onversaagdheid acto heroico; audacia; dureza; fuerza; hazaña; robustez; valentía; valor
ruw van makelij aspereza; basteza; dureza; grosería; rudeza; rugosidad; tosquedad; vulgaridad
ruwheid dureza; rudeza desigualdad; hirsutismo; irregularidad; rugosidad
stijfte dureza; entumecimiento; inflexibilidad; intransigencia; punibilidad; rigidez; tenacidad; tirantez; torpeza
strengheid crudeza; dureza; punibilidad; rigidez; rigurosidad; severidad
taaiheid aguante; capacidad de resistencia; consistencia; dureza; poder de resistencia; resistencia perseverancia; persistencia; tenacidad
uithoudingsvermogen aguante; capacidad de resistencia; consistencia; dureza; poder de resistencia; resistencia
verhardheid dureza; impenitencia
verstoktheid dureza; impenitencia

Synoniemen voor "dureza":


Wiktionary: dureza

Cross Translation:
FromToVia
• dureza → hardheid ↔ hardness — quality of being hard

Verwante vertalingen van dureza







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0932 seconde
Page rendered in 1.0 seconds