Spaans
Uitgebreide vertaling voor docto (Spaans) in het Nederlands
docto:
-
docto (erudito; sabio; letrado; muy desarrollado; juicioso)
erudiet; wijs; gestudeerd; ontwikkeld; zeer ontwikkeld; hooggeleerd; geletterd; zeer geleerd; belezen-
erudiet bijvoeglijk naamwoord
-
wijs bijvoeglijk naamwoord
-
gestudeerd bijvoeglijk naamwoord
-
ontwikkeld bijvoeglijk naamwoord
-
zeer ontwikkeld bijvoeglijk naamwoord
-
hooggeleerd bijvoeglijk naamwoord
-
geletterd bijvoeglijk naamwoord
-
zeer geleerd bijvoeglijk naamwoord
-
belezen bijvoeglijk naamwoord
-
-
docto (especializado; erudito; cultivado; culto)
geschoold; geleerd; onderwezen-
geschoold bijvoeglijk naamwoord
-
geleerd bijvoeglijk naamwoord
-
onderwezen bijvoeglijk naamwoord
-
-
docto (instruido; versado)