Spaans
Uitgebreide vertaling voor docil (Spaans) in het Nederlands
docil:
-
docil (bueno; obediente; modélico; amable; ejemplar)
zoet; lief; braaf; voorbeeldig; deugdzaam-
zoet bijvoeglijk naamwoord
-
lief bijvoeglijk naamwoord
-
braaf bijvoeglijk naamwoord
-
voorbeeldig bijvoeglijk naamwoord
-
deugdzaam bijvoeglijk naamwoord
-
-
docil (obediente)
volgzaam; dienstbaar; slaafs; gedienstig-
volgzaam bijvoeglijk naamwoord
-
dienstbaar bijvoeglijk naamwoord
-
slaafs bijvoeglijk naamwoord
-
gedienstig bijvoeglijk naamwoord
-