Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. disecar:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor disecar (Spaans) in het Nederlands

disecar:

disecar werkwoord

  1. disecar
    opzetten
    • opzetten werkwoord (zet op, zette op, zetten op, opgezet)
  2. disecar (analizar; descomponer)
    ontleden; uit elkaar nemen; anatomiseren
    • ontleden werkwoord (ontleed, ontleedt, ontleedde, ontleedden, ontleden)
    • uit elkaar nemen werkwoord (neem uit elkaar, neemt uit elkaar, nam uit elkaar, namen uit elkaar, uit elkaar genomen)
    • anatomiseren werkwoord
  3. disecar (analizar; descomponer)
    analyseren; ontleden
    • analyseren werkwoord (analyseer, analyseert, analyseerde, analyseerden, geanalyseerd)
    • ontleden werkwoord (ontleed, ontleedt, ontleedde, ontleedden, ontleden)

Conjugations for disecar:

presente
  1. diseco
  2. disecas
  3. diseca
  4. disecamos
  5. disecáis
  6. disecan
imperfecto
  1. disecaba
  2. disecabas
  3. disecaba
  4. disecábamos
  5. disecabais
  6. disecaban
indefinido
  1. disecé
  2. disecaste
  3. disecó
  4. disecamos
  5. disecasteis
  6. disecaron
fut. de ind.
  1. disecaré
  2. disecarás
  3. disecará
  4. disecaremos
  5. disecaréis
  6. disecarán
condic.
  1. disecaría
  2. disecarías
  3. disecaría
  4. disecaríamos
  5. disecaríais
  6. disecarían
pres. de subj.
  1. que disece
  2. que diseces
  3. que disece
  4. que disecemos
  5. que disecéis
  6. que disecen
imp. de subj.
  1. que disecara
  2. que disecaras
  3. que disecara
  4. que disecáramos
  5. que disecarais
  6. que disecaran
miscelánea
  1. ¡diseca!
  2. ¡disecad!
  3. ¡no diseces!
  4. ¡no disecéis!
  5. disecado
  6. disecando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor disecar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
analyseren análisis
ontleden análisis
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
analyseren analizar; descomponer; disecar
anatomiseren analizar; descomponer; disecar
ontleden analizar; descomponer; disecar
opzetten disecar agobiar; animar; apurar; aumentar; crecer; engrandecer; incitar; subir; surgir
uit elkaar nemen analizar; descomponer; disecar cambiar la fecha; desarmar; desmantelar; desmontar; despachar; desplazar; expulsar; extirpar; mudarse; trasladar; trasladarse

Wiktionary: disecar


Cross Translation:
FromToVia
disecar ontleden dissect — to study a dead animal's anatomy by cutting it apart
disecar doorsnijden; sectie verrichten sectionnerdiviser en plusieurs parties ou sections.