Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. diploma:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor diploma (Spaans) in het Nederlands

diploma:

diploma [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el diploma (documento; certificado)
    het diploma; het certificaat; het charter; de oorkonde
  2. el diploma (licencia; certificado)
    de licentie; het brevet
    • licentie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • brevet [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. el diploma
    het certificaat

Vertaal Matrix voor diploma:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brevet certificado; diploma; licencia
certificaat certificado; diploma; documento certificado; certificado de seguridad; certificado digital
charter certificado; diploma; documento avioneta de alquiler; chárter
diploma certificado; diploma; documento titulado para la dirección de escuela; título de estudios
licentie certificado; diploma; licencia autorización; carta-poder; encargo; licencia; licencia de patente; licencia para vender bebidas alcohólicas; mandato; pase; permiso; poder
oorkonde certificado; diploma; documento

Synoniemen voor "diploma":


Wiktionary: diploma


Cross Translation:
FromToVia
diploma diploma diploma — certificate
diploma akte; brevet; bul; diploma diplômecharte, titre, acte émaner de princes ou de seigneurs, et relatif à des privilèges, à des fondations, etc.

Verwante vertalingen van diploma