Spaans

Uitgebreide vertaling voor dicha (Spaans) in het Nederlands

dicha:

dicha [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la dicha (felicidad)
    het geluk; geluk hebbend; de bof
    • geluk [het ~] zelfstandig naamwoord
    • geluk hebbend [znw.] zelfstandig naamwoord
    • bof [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. la dicha (destino; felicidad; fortuna; )
    het geluk; het gelukkig-zijn; gelukkigheid; de fortuin
  3. la dicha (exquisitez; felicidad; delicia; gloria)
    de gelukzaligheid; de heerlijkheid

Vertaal Matrix voor dicha:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bof dicha; felicidad paperas
fortuin capital; destino; dicha; estrella; felicidad; fortuna; golpe de fortuna capital; mas dineros; suma
geluk capital; destino; dicha; estrella; felicidad; fortuna; golpe de fortuna
geluk hebbend dicha; felicidad
gelukkigheid capital; destino; dicha; estrella; felicidad; fortuna; golpe de fortuna
gelukzaligheid delicia; dicha; exquisitez; felicidad; gloria
heerlijkheid delicia; dicha; exquisitez; felicidad; gloria sabrosidad
het gelukkig-zijn capital; destino; dicha; estrella; felicidad; fortuna; golpe de fortuna

Verwante woorden van "dicha":


Synoniemen voor "dicha":


Wiktionary: dicha


Cross Translation:
FromToVia
dicha verrukking; gelukzaligheid bliss — perfect happiness

dicho:

dicho bijvoeglijk naamwoord

  1. dicho (mencionado; llamado)
    gezegd; genoemd; verwoord
  2. dicho (mencionado; citado)
    gemeld
    • gemeld bijvoeglijk naamwoord

dicho [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el dicho (modismo; giro)
    de uitdrukking; de zin; de frase; de zegswijze; het gezegde
    • uitdrukking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • zin [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • frase [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • zegswijze [de ~] zelfstandig naamwoord
    • gezegde [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. el dicho (aforismo)
    de spreuk; het gezegde
    • spreuk [de ~] zelfstandig naamwoord
    • gezegde [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. el dicho (formulación; palabras; frase; )
    de verwoording

Vertaal Matrix voor dicho:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
frase dicho; giro; modismo frase
gezegde aforismo; dicho; giro; modismo aforismo; expresión retórica; lema; proverbio; sentencia
spreuk aforismo; dicho divisa; eslogan
uitdrukking dicho; giro; modismo expresión; expresión de la cara
verwoording declaración; dicho; expresión; formulación; frase; frase hecha; manera de formular; palabras
zegswijze dicho; giro; modismo
zin dicho; giro; modismo apetito; calentura; deseo; entusiasmo; excitación; fascinación; frase; ganas de comer; ganas de comer algo; hambre; importancia; interés; lascivia; lubricidad; lujuria; oración; precio; sentido; significado; valor
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
genoemd dicho; llamado; mencionado
gezegd dicho; llamado; mencionado
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gemeld citado; dicho; mencionado
verwoord dicho; llamado; mencionado

Verwante woorden van "dicho":


Synoniemen voor "dicho":


Wiktionary: dicho


Cross Translation:
FromToVia
dicho gezegde adage — old saying
dicho in kwestie; desbetreffend; desbetreffende said — mentioned earlier
dicho gezegde; spreuk; spreekwoord saw — saying or proverb
dicho gezegde; spreekwoord saying — proverb or maxim
dicho verteld told — past participle
dicho spreuk Spruch — kurzes vorgefertigtes Ensemble von Wörtern, ähnlich dem Vers
dicho spreekwoord dicton — Mot ou phrase qui a pris la forme d'une référence a l'expérience, au savoir des anciens.