Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. desterrar:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor desterrar (Spaans) in het Nederlands

desterrar:

desterrar werkwoord

  1. desterrar (expulsar; echar; expeler; exiliar; ahuyentar)
    verbannen; verdrijven; uitbannen; bannen; uitzetten; uitstoten; uitwijzen; verjagen; bezweren; wegjagen
    • verbannen werkwoord (verban, verbant, verbande, verbanden, verband)
    • verdrijven werkwoord (verdrijf, verdrijft, verdreef, verdreven, verdreven)
    • uitbannen werkwoord (ban uit, bant uit, bande uit, banden uit, uitgebannen)
    • bannen werkwoord (ban, bant, bande, banden, geband)
    • uitzetten werkwoord (zet uit, zette uit, zetten uit, uitgezet)
    • uitstoten werkwoord (stoot uit, stootte uit, uitgestoten)
    • uitwijzen werkwoord (wijs uit, wijst uit, wees uit, wezen uit, uitgewezen)
    • verjagen werkwoord (verjaag, verjaagt, verjaagde, verjaagden, verjaagd)
    • bezweren werkwoord (bezweer, bezweert, bezweerde, bezweerden, bezweerd)
    • wegjagen werkwoord (jaag weg, jaagt weg, joeg weg, joegen weg, weggejaagd)

Conjugations for desterrar:

presente
  1. destierro
  2. destierras
  3. destierra
  4. desterramos
  5. desterráis
  6. destierran
imperfecto
  1. desterraba
  2. desterrabas
  3. desterraba
  4. desterrábamos
  5. desterrabais
  6. desterraban
indefinido
  1. desterré
  2. desterraste
  3. desterró
  4. desterramos
  5. desterrasteis
  6. desterraron
fut. de ind.
  1. desterraré
  2. desterrarás
  3. desterrará
  4. desterraremos
  5. desterraréis
  6. desterrarán
condic.
  1. desterraría
  2. desterrarías
  3. desterraría
  4. desterraríamos
  5. desterraríais
  6. desterrarían
pres. de subj.
  1. que destierre
  2. que destierres
  3. que destierre
  4. que desterremos
  5. que desterréis
  6. que destierren
imp. de subj.
  1. que desterrara
  2. que desterraras
  3. que desterrara
  4. que desterráramos
  5. que desterrarais
  6. que desterraran
miscelánea
  1. ¡destierra!
  2. ¡desterrad!
  3. ¡no destierres!
  4. ¡no desterréis!
  5. desterrado
  6. desterrando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor desterrar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uitzetten agrandamiento; ampliación; deportación; dilatación
verjagen desalentador; desanimante; disuasivo
wegjagen desalentador; desanimante; disuasivo
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bannen ahuyentar; desterrar; echar; exiliar; expeler; expulsar
bezweren ahuyentar; desterrar; echar; exiliar; expeler; expulsar conjurar serpeintes
uitbannen ahuyentar; desterrar; echar; exiliar; expeler; expulsar
uitstoten ahuyentar; desterrar; echar; exiliar; expeler; expulsar desembarazarse de; deshacerse de; echar; emitir; verter
uitwijzen ahuyentar; desterrar; echar; exiliar; expeler; expulsar expulsar
uitzetten ahuyentar; desterrar; echar; exiliar; expeler; expulsar delimitar; demarcar; deportar; desconectar; desenchufar; echar afuera; elaborar; expulsar; planificar una ruta ó un proyecto
verbannen ahuyentar; desterrar; echar; exiliar; expeler; expulsar
verdrijven ahuyentar; desterrar; echar; exiliar; expeler; expulsar dispersar
verjagen ahuyentar; desterrar; echar; exiliar; expeler; expulsar dispersar
wegjagen ahuyentar; desterrar; echar; exiliar; expeler; expulsar arrear; dispersar; empujar

Synoniemen voor "desterrar":


Wiktionary: desterrar


Cross Translation:
FromToVia
desterrar verbannen exile — to send into exile
desterrar uitbannen; verbannen bannircondamner une personne à sortir d’un pays, à être chasser ou transporter hors d’un territoire, avec défense d’y rentrer.
desterrar uitbannen; verbannen exilerenvoyer en exil.