Despejar in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

despejar:
- legen; leegmaken; leeghalen; ledigen; wekken; wakker maken; uitgieten; leeggieten
Wiktionary:
- despejar → ontruimen, ruimen, vrijmaken

Spaans

Uitgebreide vertaling voor despejar (Spaans) in het Nederlands

despejar:

despejar werkwoord

despejar (terminar; desocupar)
legen; leegmaken; leeghalen; ledigen
- legen werkwoord
- leegmaken werkwoord (maak leeg, maakt leeg, maakte leeg, maakten leeg, leeggemaakt)
- leeghalen werkwoord (haal leeg, haalt leeg, haalde leeg, haalden leeg, leeggehaald)
- ledigen werkwoord (ledig, ledigt, ledigde, ledigden, geledigd)
despejar (llamar para despertar; despertar; despabilar)
wekken; wakker maken
- wekken werkwoord (wek, wekt, wekte, wekten, gewekt)
- wakker maken werkwoord
despejar (beberse)
ledigen; uitgieten; leeggieten; leegmaken
- ledigen werkwoord (ledig, ledigt, ledigde, ledigden, geledigd)
- uitgieten werkwoord (giet uit, goot uit, goten uit, uitgegoten)
- leeggieten werkwoord (giet leeg, goot leeg, goten leeg, leeggegoten)
- leegmaken werkwoord (maak leeg, maakt leeg, maakte leeg, maakten leeg, leeggemaakt)

Conjugations for despejar:

presente

despejo
despejas
despeja
despejamos
despejáis
despejan

imperfecto

despejaba
despejabas
despejaba
despejábamos
despejabais
despejaban

indefinido

despejé
despejaste
despejó
despejamos
despejasteis
despejaron

fut. de ind.

despejaré
despejarás
despejará
despejaremos
despejaréis
despejarán

condic.

despejaría
despejarías
despejaría
despejaríamos
despejaríais
despejarían

pres. de subj.

que despeje
que despejes
que despeje
que despejemos
que despejéis
que despejen

imp. de subj.

que despejara
que despejaras
que despejara
que despejáramos
que despejarais
que despejaran

miscelánea

¡despeja!
¡despejad!
¡no despejes!
¡no despejéis!
despejado
despejando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor despejar:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
leeggieten		vaciar completamente; verter
leegmaken		vaciar
uitgieten		vaciar completamente; verter
wakker maken		despertar
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ledigen	beberse; desocupar; despejar; terminar	acabar; apurar; dejar vacío; terminar; ultimar; vaciar
leeggieten	beberse; despejar
leeghalen	desocupar; despejar; terminar	dejar vacío; pillar; saquear; vaciar
leegmaken	beberse; desocupar; despejar; terminar	acabar; apurar; dejar vacío; terminar; ultimar; vaciar
legen	desocupar; despejar; terminar
uitgieten	beberse; despejar
wakker maken	despabilar; despejar; despertar; llamar para despertar
wekken	despabilar; despejar; despertar; llamar para despertar

Wiktionary: despejar

Cross Translation:

From	To	Via
• despejar	→ ontruimen; ruimen; vrijmaken	↔ clear — to remove obstructions or impediments

Computer vertaling door derden: