Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. despecho:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor despecho (Spaans) in het Nederlands

despecho:

despecho [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el despecho (ira; cólera; rabia; )
    de gramschap

Vertaal Matrix voor despecho:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gramschap cólera; despecho; disgusto; enfado; enojo; furia; furor; indignación; ira; maldad; rabia

Verwante woorden van "despecho":

  • despechos

Wiktionary: despecho


Cross Translation:
FromToVia
despecho boosaardigheid; wrok spite — ill-will or hatred toward another; a desire to vex or injure
despecho ondanks dépitchagrin mêlé d’un peu de colère, d’irritation.