Spaans
Uitgebreide vertaling voor desolador (Spaans) in het Nederlands
desolador:
-
desolador (apagado; triste; deprimido; sombrío; desolado; deplorable; melancólico; grisáceo)
triest; mistroostig; somber; grauw; vreugdeloos; troosteloos-
triest bijvoeglijk naamwoord
-
mistroostig bijvoeglijk naamwoord
-
somber bijvoeglijk naamwoord
-
grauw bijvoeglijk naamwoord
-
vreugdeloos bijvoeglijk naamwoord
-
troosteloos bijvoeglijk naamwoord
-
-
desolador (desagradable; malo; deprimente; lamentable; mareado; penoso; afligido; abominable; horrible; desolado; repugnante; sombrío; indeseable; tétrico; lastimoso; disgustoso; apenado; lóbrego; calamitoso)
Vertaal Matrix voor desolador:
Verwante woorden van "desolador":
Synoniemen voor "desolador":
Computer vertaling door derden: