Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. desgajar:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor desgajar (Spaans) in het Nederlands

desgajar:

desgajar werkwoord

  1. desgajar (arrancar; desgarrar; separar; rasgar)
    afrukken; afscheuren
    • afrukken werkwoord (ruk af, rukt af, rukte af, rukten af, afgerukt)
    • afscheuren werkwoord (scheur af, scheurt af, scheurde af, scheurden af, afgescheurd)

desgajar [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el desgajar (arrancar)
    afrukken; losrukken

Vertaal Matrix voor desgajar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afrukken arrancar; desgajar
losrukken arrancar; desgajar
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afrukken arrancar; desgajar; desgarrar; rasgar; separar masturbar
afscheuren arrancar; desgajar; desgarrar; rasgar; separar
losrukken arrancar; romper; separar

Synoniemen voor "desgajar":