Desenfreno in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

desenfreno:
- buitensporigheid; losbandigheid; zedeloosheid; uitspatting; bandeloosheid; exces; uitwas; buitenissigheid; grenzeloosheid; mateloosheid; tomeloosheid; teugelloosheid
desenfrenarse:
- uitspatten
Wiktionary:
- desenfreno → ongedwongenheid

Spaans

Uitgebreide vertaling voor desenfreno (Spaans) in het Nederlands

desenfreno:

desenfreno [el ~] zelfstandig naamwoord

el desenfreno (libertinaje)
de buitensporigheid; de losbandigheid; de zedeloosheid; de uitspatting; de bandeloosheid
- buitensporigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- losbandigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- zedeloosheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- uitspatting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- bandeloosheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
el desenfreno (extravagancia; exceso; protuberancia; abuso; desmán; excrecencia)
het exces; de buitensporigheid; de uitspatting; de uitwas; de buitenissigheid
- exces [het ~] zelfstandig naamwoord
- buitensporigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- uitspatting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- uitwas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- buitenissigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
el desenfreno (desmedida; exceso)
de grenzeloosheid; de mateloosheid
- grenzeloosheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- mateloosheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
el desenfreno
de tomeloosheid; teugelloosheid
- tomeloosheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- teugelloosheid [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor desenfreno:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bandeloosheid	desenfreno; libertinaje
buitenissigheid	abuso; desenfreno; desmán; exceso; excrecencia; extravagancia; protuberancia	excentricidad; extravagancia; singularidad
buitensporigheid	abuso; desenfreno; desmán; exceso; excrecencia; extravagancia; libertinaje; protuberancia	abundancia; desbordamiento; excedente; exceso; intemperancia; rebosamiento; superabundancia
exces	abuso; desenfreno; desmán; exceso; excrecencia; extravagancia; protuberancia	abundancia; desbordamiento; excedente; exceso; intemperancia; rebosamiento; remanente; resto; saldo; sobrante; superabundancia; superávit; surplús
grenzeloosheid	desenfreno; desmedida; exceso
losbandigheid	desenfreno; libertinaje
mateloosheid	desenfreno; desmedida; exceso	exceso
teugelloosheid	desenfreno
tomeloosheid	desenfreno
uitspatting	abuso; desenfreno; desmán; exceso; excrecencia; extravagancia; libertinaje; protuberancia	explosión de cólera
uitwas	abuso; desenfreno; desmán; exceso; excrecencia; extravagancia; protuberancia
zedeloosheid	desenfreno; libertinaje	inmoralidad

Verwante woorden van "desenfreno":

desenfrenos

Synoniemen voor "desenfreno":

bacanal; francachela; festín; holgorio; orgía; juerga; jolgorio; saturnal; desmadre
libertinaje; inmoralidad; vicio; deshonestidad; sensualidad; impudicia; lujuria; indecencia; liviandad

Wiktionary: desenfreno

Cross Translation:

From	To	Via
• desenfreno	→ ongedwongenheid	↔ abandon — a giving up to natural impulses

desenfreno vorm van desenfrenarse:

desenfrenarse werkwoord

desenfrenarse (desquiciarse)
uitspatten
- uitspatten werkwoord (spat uit, spatte uit, spatten uit, uitgespat)

Conjugations for desenfrenarse:

presente

me desenfreno
te desenfrenas
se desenfrena
nos desenfrenamos
os desenfrenáis
se desenfrenan

imperfecto

me desenfrenaba
te desenfrenabas
se desenfrenaba
nos desenfrenábamos
os desenfrenabais
se desenfrenaban

indefinido

me desenfrené
te desenfrenaste
se desenfrenó
nos desenfrenamos
os desenfrenasteis
se desenfrenaron

fut. de ind.

me desenfrenaré
te desenfrenarás
se desenfrenará
nos desenfrenaremos
os desenfrenaréis
se desenfrenarán

condic.

me desenfrenaría
te desenfrenarías
se desenfrenaría
nos desenfrenaríamos
os desenfrenaríais
se desenfrenarían

pres. de subj.

que me desenfrene
que te desenfrenes
que se desenfrene
que nos desenfrenemos
que os desenfrenéis
que se desenfrenen

imp. de subj.

que me desenfrenara
que te desenfrenaras
que se desenfrenara
que nos desenfrenáramos
que os desenfrenarais
que se desenfrenaran

miscelánea

¡desenfrenate!
¡desenfrenaos!
¡no te desenfrenes!
¡no os desenfrenéis!
desenfrenado
desenfrenándose

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor desenfrenarse:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
uitspatten	desenfrenarse; desquiciarse

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van desenfreno

con desenfreno