Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. desembarque:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor desembarque (Spaans) in het Nederlands

desembarque:

desembarque [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el desembarque (explosión; estruendo; arranque; )
    de ontlading; plotselinge uitbarsting
  2. el desembarque (descarga; vertido)
    de ontlading; de lossing; uitlading

Vertaal Matrix voor desembarque:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lossing descarga; desembarque; vertido
ontlading arranque; arrebato; descarga; desembarque; detonaciones; detonación; erupción; estampido; estruendo; explosiones; explosión; vertido entretenimiento; esparcimiento; reposo
plotselinge uitbarsting arranque; arrebato; descarga; desembarque; detonaciones; detonación; erupción; estampido; estruendo; explosiones; explosión
uitlading descarga; desembarque; vertido

Wiktionary: desembarque

desembarque
noun
  1. vanaf een schip

Verwante vertalingen van desembarque