Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal descuido

Vertaal descuido van Spaans naar Nederlands

Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. descuido:
  2. descuidar:
  3. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor descuido (Spaans) in het Nederlands

descuido:

descuido [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el descuido (negligencia; omisión)
    de nalatigheid; de verzaking; het verzuim
  2. el descuido (negligencia)
    de veronachtzaming; de verwaarlozing
  3. el descuido
    de onbezorgdheid; de zorgeloosheid
  4. el descuido
    de onachtzaamheid
  5. el descuido (falta de atención; negligencia; incuria; )
    de achteloosheid; de nonchalance
  6. el descuido (desarreglo; desorden; neglicencia; )
    de wanordelijkheid; de slordigheid

Vertaal Matrix voor descuido:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achteloosheid desapego; descuido; desinterés; despego; distracción; falta de atención; incuria; indiferencia; negligencia
nalatigheid descuido; negligencia; omisión
nonchalance desapego; descuido; desinterés; despego; distracción; falta de atención; incuria; indiferencia; negligencia
onachtzaamheid descuido
onbezorgdheid descuido
slordigheid abandono; desarreglo; descuido; desidia; desorden; enredo; incuria; neglicencia; trastorno
veronachtzaming descuido; negligencia
verwaarlozing descuido; negligencia
verzaking descuido; negligencia; omisión
verzuim descuido; negligencia; omisión ausencia; ausentismo; falta de asistencia
wanordelijkheid abandono; desarreglo; descuido; desidia; desorden; enredo; incuria; neglicencia; trastorno confusión; desarreglo; desbarajuste; desorden; destrozos; disturbios; dédalo; enredo; escombrera; escombros; estragos; laberinto; madeja; maraña; ovillo; pandemónium; perturbación; rollo; ruina; ruinas; trastorno; tumulto
zorgeloosheid descuido

Verwante woorden van "descuido":

  • descuidos

Synoniemen voor "descuido":


descuido vorm van descuidar:

descuidar werkwoord

  1. descuidar
    verwaarlozen; versloffen
    • verwaarlozen werkwoord (verwaarloos, verwaarloost, verwaarloosde, verwaarloosden, verwaarloosd)
    • versloffen werkwoord (verslof, versloft, verslofte, versloften, versloft)
  2. descuidar (dejar; desatender)
    veronachtzamen; nalaten
    • veronachtzamen werkwoord (veronachtzaam, veronachtzaamt, veronachtzaamde, veronachtzaamden, veronachtzaamd)
    • nalaten werkwoord (laat na, liet na, lieten na, nagelaten)
  3. descuidar (decaer)
    verloederen; verslonzen
    • verloederen werkwoord (verloeder, verloedert, verloederde, verloederden, verloederd)
    • verslonzen werkwoord (verslons, verslonst, verslonsde, verslonsden, verslonsd)
  4. descuidar (sacrificarse; descartar)
    verwaarlozen; wegcijferen
    • verwaarlozen werkwoord (verwaarloos, verwaarloost, verwaarloosde, verwaarloosden, verwaarloosd)
    • wegcijferen werkwoord (cijfer weg, cijfert weg, cijferde weg, cijferden weg, weggecijferd)

Conjugations for descuidar:

presente
  1. descuido
  2. descuidas
  3. descuida
  4. descuidamos
  5. descuidáis
  6. descuidan
imperfecto
  1. descuidaba
  2. descuidabas
  3. descuidaba
  4. descuidábamos
  5. descuidabais
  6. descuidaban
indefinido
  1. descuidé
  2. descuidaste
  3. descuidó
  4. descuidamos
  5. descuidasteis
  6. descuidaron
fut. de ind.
  1. descuidaré
  2. descuidarás
  3. descuidará
  4. descuidaremos
  5. descuidaréis
  6. descuidarán
condic.
  1. descuidaría
  2. descuidarías
  3. descuidaría
  4. descuidaríamos
  5. descuidaríais
  6. descuidarían
pres. de subj.
  1. que descuide
  2. que descuides
  3. que descuide
  4. que descuidemos
  5. que descuidéis
  6. que descuiden
imp. de subj.
  1. que descuidara
  2. que descuidaras
  3. que descuidara
  4. que descuidáramos
  5. que descuidarais
  6. que descuidaran
miscelánea
  1. ¡descuida!
  2. ¡descuidad!
  3. ¡no descuides!
  4. ¡no descuidéis!
  5. descuidado
  6. descuidando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor descuidar:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nalaten dejar; desatender; descuidar dejar; dejar atrás; dejar en herencia; legar
verloederen decaer; descuidar
veronachtzamen dejar; desatender; descuidar
versloffen descuidar
verslonzen decaer; descuidar
verwaarlozen descartar; descuidar; sacrificarse
wegcijferen descartar; descuidar; sacrificarse

Synoniemen voor "descuidar":


Wiktionary: descuidar

descuidar
verb
  1. iets niet de benodigde verzorging schenken
Cross Translation:
FromToVia
• descuidar → negeren; verwaarlozen ↔ neglect — disregard
• descuidar → achteloos voorbijgaan aan; geen aandacht schenken aan; achterstellen; verwaarlozen; verzaken; een hekel hebben aan; minachten; versmaden; inbreuk maken op; verachten ↔ dédaigner — considérer avec dédain.
• descuidar → achteloos voorbijgaan aan; geen aandacht schenken aan; achterstellen; verwaarlozen; verzaken ↔ négliger — Ne pas prendre soin d’une chose dont on devoir s’occuper.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van descuido







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0464 seconde
Page rendered in 1.0 seconds