Spaans

Uitgebreide vertaling voor desaprobar (Spaans) in het Nederlands

desaprobar:

desaprobar werkwoord

  1. desaprobar
    afkeuren; veroordelen
    • afkeuren werkwoord (keur af, keurt af, keurde af, keurden af, afgekeurd)
    • veroordelen werkwoord (veroordeel, veroordeelt, veroordeelde, veroordeelden, veroordeeld)

Conjugations for desaprobar:

presente
  1. desapruebo
  2. desapruebas
  3. desaprueba
  4. desaprobamos
  5. desaprobáis
  6. desaprueban
imperfecto
  1. desaprobaba
  2. desaprobabas
  3. desaprobaba
  4. desaprobábamos
  5. desaprobabais
  6. desaprobaban
indefinido
  1. desaprobé
  2. desaprobaste
  3. desaprobó
  4. desaprobamos
  5. desaprobasteis
  6. desaprobaron
fut. de ind.
  1. desaprobaré
  2. desaprobarás
  3. desaprobará
  4. desaprobaremos
  5. desaprobaréis
  6. desaprobarán
condic.
  1. desaprobaría
  2. desaprobarías
  3. desaprobaría
  4. desaprobaríamos
  5. desaprobaríais
  6. desaprobarían
pres. de subj.
  1. que desapruebe
  2. que desapruebes
  3. que desapruebe
  4. que desaprobemos
  5. que desaprobéis
  6. que desaprueben
imp. de subj.
  1. que desaprobara
  2. que desaprobaras
  3. que desaprobara
  4. que desaprobáramos
  5. que desaprobarais
  6. que desaprobaran
miscelánea
  1. ¡desaprueba!
  2. ¡desaprobad!
  3. ¡no desapruebes!
  4. ¡no desaprobéis!
  5. desaprobado
  6. desaprobando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

desaprobar [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el desaprobar
    afkeuren

Vertaal Matrix voor desaprobar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afkeuren desaprobar
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afkeuren desaprobar declarar incompetente; declinar; denegar; descartar; desconocer; negar; no aceptar; no aprobar; rebatir; rechazar; rehusar; renunciar a; repeler; sacudir; subastar; suspender
veroordelen desaprobar condenar

Synoniemen voor "desaprobar":


Wiktionary: desaprobar

desaprobar
verb
  1. niet geschikt verklaren
  2. in een rechtszaak een oordeel uitspreken
  3. wraken
  4. afkeuren, verwerpen

Cross Translation:
FromToVia
desaprobar afslaan; afwijzen; verwerpen; weigeren; wraken; nee zeggen tegen; afkeuren; terugwijzen; vertikken; retourneren; terugbezorgen; terugsturen; heruitzenden; het oneens zijn; afstoten; verdringen; verduwen; wegdringen; wegduwen; wegstoten; uitdrijven; verdrijven; verjagen; wegdrijven; wegjagen repousser — Pousser en arrière, rejeter ; faire reculer quelqu’un, écarter de soi quelque chose.