Spaans

Uitgebreide vertaling voor derivarse de (Spaans) in het Nederlands

derivarse de:

derivarse de werkwoord

  1. derivarse de (descender de; ser originario de; brotar)
    voortkomen; afstammen; afkomstig zijn; stammen; ontspruiten; spruiten
    • voortkomen werkwoord (kom voort, komt voort, kwam voort, kwamen voort, voortgekomen)
    • afstammen werkwoord (stam af, stamt af, stamde af, stamden af, afgestamd)
    • afkomstig zijn werkwoord (ben afkomstig, bent afkomstig, is afkomstig, was afkomstig, waren afkomstig, afkomstig geweest)
    • stammen werkwoord (stam, stamt, stamde, stamden, gestamd)
    • ontspruiten werkwoord (ontspruit, ontsproot, ontsproten, ontsproten)
    • spruiten werkwoord (spruit, sproot, sproten, gesproten)
  2. derivarse de (deducirse de; resultar; salir; )
    blijken; uitkomen; bewaarheid worden
    • blijken werkwoord (blijk, blijkt, bleek, bleken, gebleken)
    • uitkomen werkwoord (kom uit, komt uit, kwam uit, kwamen uit, uitgekomen)
    • bewaarheid worden werkwoord

Conjugations for derivarse de:

presente
  1. me derivo de
  2. te derivas de
  3. se deriva de
  4. nos derivamos de
  5. os deriváis de
  6. se derivan de
imperfecto
  1. me derivaba de
  2. te derivabas de
  3. se derivaba de
  4. nos derivábamos de
  5. os derivabais de
  6. se derivaban de
indefinido
  1. me derivé de
  2. te derivaste de
  3. se derivó de
  4. nos derivamos de
  5. os derivasteis de
  6. se derivaron de
fut. de ind.
  1. me derivaré de
  2. te derivarás de
  3. se derivará de
  4. nos derivaremos de
  5. os derivaréis de
  6. se derivarán de
condic.
  1. me derivaría de
  2. te derivarías de
  3. se derivaría de
  4. nos derivaríamos de
  5. os derivaríais de
  6. se derivarían de
pres. de subj.
  1. que me derive de
  2. que te derives de
  3. que se derive de
  4. que nos derivemos de
  5. que os derivéis de
  6. que se deriven de
imp. de subj.
  1. que me derivara de
  2. que te derivaras de
  3. que se derivara de
  4. que nos deriváramos de
  5. que os derivarais de
  6. que se derivaran de
miscelánea
  1. ¡derivate! de
  2. ¡derivaos! de
  3. ¡no te derives! de
  4. ¡no os derivéis! de
  5. derivado de
  6. derivándose de
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor derivarse de:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afstammen vástagos
spruiten pinchazos; punzada; vástagos
stammen gentíos; pueblos; razas; troncos
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afkomstig zijn brotar; derivarse de; descender de; ser originario de
afstammen brotar; derivarse de; descender de; ser originario de
bewaarheid worden deducirse de; derivarse de; desprenderse de; resultar; resultar de; resultarse; salir
blijken deducirse de; derivarse de; desprenderse de; resultar; resultar de; resultarse; salir
ontspruiten brotar; derivarse de; descender de; ser originario de derivar; proceder; resultar
spruiten brotar; derivarse de; descender de; ser originario de brotar de; derivar de; descender de; proceder de; provenir de; ser originario de
stammen brotar; derivarse de; descender de; ser originario de
uitkomen deducirse de; derivarse de; desprenderse de; resultar; resultar de; resultarse; salir abrirse; ajustar; aparecer; arreglárselas; brotar; convenir; derivar; descubrirse; divulgarse; llegar a final de mes; proceder; resultar; salir; ser adecuado; ser claro; ser evidente; ser manifiesto; tener bastante para vivir; tener suficiente
voortkomen brotar; derivarse de; descender de; ser originario de convertirse en; empezar; erguirse; formarse; hacerse; originarse; ponerse; surgir; volverse
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
uitkomen emitir; salir

Verwante vertalingen van derivarse de