Spaans

Uitgebreide vertaling voor deriva (Spaans) in het Nederlands

deriva:

deriva [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la deriva (instinto; sentimiento; sentido; )
    de intuïtie; het gevoel; het instinct
    • intuïtie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gevoel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • instinct [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. la deriva (instinto; ardor; amor; )
    de drift; de aandrift; het instinct
    • drift [de ~] zelfstandig naamwoord
    • aandrift [de ~] zelfstandig naamwoord
    • instinct [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. la deriva (ardor; arrebato; fervor)
    voortgedreven vee; de drift

Vertaal Matrix voor deriva:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aandrift aficiones; afán; amor; apasionamiento; ardor; deriva; deseo; fervor; instinto; pasión afán; alma; animosidad; ansia; ardor; capacidad laboral; empuje; energía; entusiasmo; espíritu; fervor; fuerza; ganas de trabajar; impulso; instinto; interés; intuición; necesidad
drift aficiones; afán; amor; apasionamiento; ardor; arrebato; deriva; deseo; fervor; instinto; pasión afán; ansia; ardor; arrebato; camino acondicionado para guiar al ganado; deseo; energía; fervor; fuego; ganas; garbo; gusto; impulso; instinto; instinto sexual; necesidad; pasión; sensualidad
gevoel acicate; arranque; arrebato; deriva; empuje; estímulo; humor; impresión; impulsión; impulso; instinto; presentimiento; sentido; sentimiento contacto; emoción; impresión; intuición; percepción; sensación; sensibilidad; sentido; sentimiento
instinct acicate; aficiones; afán; amor; apasionamiento; ardor; arranque; arrebato; deriva; deseo; empuje; estímulo; fervor; humor; impresión; impulsión; impulso; instinto; pasión; presentimiento; sentido; sentimiento instinto; intuición
intuïtie acicate; arranque; arrebato; deriva; empuje; estímulo; humor; impresión; impulsión; impulso; instinto; presentimiento; sentido; sentimiento
voortgedreven vee ardor; arrebato; deriva; fervor

derivar:

derivar werkwoord

  1. derivar (proceder; resultar)
    uitkomen; voortkomen uit; ontspringen; ontstaan uit; uitbotten; uitlopen; ontspruiten
    • uitkomen werkwoord (kom uit, komt uit, kwam uit, kwamen uit, uitgekomen)
    • voortkomen uit werkwoord
    • ontspringen werkwoord (ontspring, ontspringt, ontsprong, ontsprongen, ontsprongen)
    • ontstaan uit werkwoord (ontsta uit, ontstaat uit, ontstond uit, ontstonden uit, ontstaan uit)
    • uitbotten werkwoord (bot uit, botte uit, botten uit, uitgebot)
    • uitlopen werkwoord (loop uit, loopt uit, liep uit, liepen uit, uitgelopen)
    • ontspruiten werkwoord (ontspruit, ontsproot, ontsproten, ontsproten)
  2. derivar (descartar; desviarse)
    afdrijven; verlijeren; wraken
    • afdrijven werkwoord (drijf af, drijft af, dreef af, dreven af, afgedreven)
    • verlijeren werkwoord
    • wraken werkwoord (wraak, wraakt, wraakte, wraakten, gewraakt)

Conjugations for derivar:

presente
  1. derivo
  2. derivas
  3. deriva
  4. derivamos
  5. deriváis
  6. derivan
imperfecto
  1. derivaba
  2. derivabas
  3. derivaba
  4. derivábamos
  5. derivabais
  6. derivaban
indefinido
  1. derivé
  2. derivaste
  3. derivó
  4. derivamos
  5. derivasteis
  6. derivaron
fut. de ind.
  1. derivaré
  2. derivarás
  3. derivará
  4. derivaremos
  5. derivaréis
  6. derivarán
condic.
  1. derivaría
  2. derivarías
  3. derivaría
  4. derivaríamos
  5. derivaríais
  6. derivarían
pres. de subj.
  1. que derive
  2. que derives
  3. que derive
  4. que derivemos
  5. que derivéis
  6. que deriven
imp. de subj.
  1. que derivara
  2. que derivaras
  3. que derivara
  4. que deriváramos
  5. que derivarais
  6. que derivaran
miscelánea
  1. ¡deriva!
  2. ¡derivad!
  3. ¡no derives!
  4. ¡no derivéis!
  5. derivado
  6. derivando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor derivar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afdrijven aborto provocado
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afdrijven derivar; descartar; desviarse
ontspringen derivar; proceder; resultar
ontspruiten derivar; proceder; resultar brotar; derivarse de; descender de; ser originario de
ontstaan uit derivar; proceder; resultar
uitbotten derivar; proceder; resultar
uitkomen derivar; proceder; resultar abrirse; ajustar; aparecer; arreglárselas; brotar; convenir; deducirse de; derivarse de; descubrirse; desprenderse de; divulgarse; llegar a final de mes; resultar; resultar de; resultarse; salir; ser adecuado; ser claro; ser evidente; ser manifiesto; tener bastante para vivir; tener suficiente
uitlopen derivar; proceder; resultar acabar en
verlijeren derivar; descartar; desviarse
voortkomen uit derivar; proceder; resultar
wraken derivar; descartar; desviarse
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
uitkomen emitir; salir

Synoniemen voor "derivar":


Wiktionary: derivar

derivar
verb
  1. het uitzetten van een alternatief pad rondom een ontoegankelijk deel van de weg

Cross Translation:
FromToVia
derivar afleiden derive — obtain (something) from something else
derivar ontstaan derive — originate (from)
derivar afdrijven; op drift raken driften — (intransitiv) Seemannssprache: auf dem Wasser treiben

Verwante vertalingen van deriva