Overzicht


Spaans

Uitgebreide vertaling voor delicias (Spaans) in het Nederlands

delicias:

delicias [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la delicias (exquisiteces)
    lekkere spijzen; de heerlijkheden

Vertaal Matrix voor delicias:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
heerlijkheden delicias; exquisiteces
lekkere spijzen delicias; exquisiteces

Verwante woorden van "delicias":


delicias vorm van delicia:

delicia [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la delicia (exquisitez; felicidad; dicha; gloria)
    de gelukzaligheid; de heerlijkheid
  2. la delicia (bendición; bendiciones; gloria; salvación; consagración)
    de voorspoed; de zegening; de zegen; het heil; zegenen; gezegende toestand; de wijding
    • voorspoed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zegening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • zegen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord, mv.
    • heil [het ~] zelfstandig naamwoord
    • zegenen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • gezegende toestand [znw.] zelfstandig naamwoord
    • wijding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  3. la delicia (traje caballeresco; chalé; chalet; casa de campo)
    het riddergoed
  4. la delicia (encanto)
    verrukkelijkheid

Vertaal Matrix voor delicia:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gelukzaligheid delicia; dicha; exquisitez; felicidad; gloria
gezegende toestand bendiciones; bendición; consagración; delicia; gloria; salvación bendición; don; felicidad
heerlijkheid delicia; dicha; exquisitez; felicidad; gloria sabrosidad
heil bendiciones; bendición; consagración; delicia; gloria; salvación afluencia; bendición; bienestar; bonanza; don; felicidad; prosperidad; provecho; salud; éxito
riddergoed casa de campo; chalet; chalé; delicia; traje caballeresco
verrukkelijkheid delicia; encanto
voorspoed bendiciones; bendición; consagración; delicia; gloria; salvación afluencia; bendición; bienestar; bonanza; don; felicidad; prosperidad; provecho; salud; éxito
wijding bendiciones; bendición; consagración; delicia; gloria; salvación consagración; inauguración; santificación
zegen bendiciones; bendición; consagración; delicia; gloria; salvación bendición; don; felicidad
zegenen bendiciones; bendición; consagración; delicia; gloria; salvación bendición; don; felicidad
zegening bendiciones; bendición; consagración; delicia; gloria; salvación bendición; consagración; don; felicidad; inauguración; santificación
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zegenen consagrar; inaugurar; santificar

Verwante woorden van "delicia":


Synoniemen voor "delicia":


Wiktionary: delicia

delicia
noun
  1. genoegen, plezier

Cross Translation:
FromToVia
delicia plezier; vreugde delight — joy, pleasure