Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
- degenerar:
-
Wiktionary:
- degenerar → degenereren, ontaarden, verworden
Spaans
Uitgebreide vertaling voor degenerar (Spaans) in het Nederlands
degenerar:
-
degenerar (degenerarse; arruinar; malograr)
degenereren; achteruitgaan; verworden; verderven-
achteruitgaan werkwoord (ga achteruit, gaat achteruit, ging achteruit, gingen achteruit, achteruitgegaan)
-
degenerar (pudrirse; podrirse; estropearse; deshacerse; atrofiarse; consumirse; descomponerse; corromperse; digerirse; corroerse)
-
degenerar (estropear; corromper; malograr; destruir; malear; echar a perder; degenerarse)
ruïneren; in de war sturen; bederven; verzieken; nekken-
in de war sturen werkwoord
-
verzieken werkwoord
Conjugations for degenerar:
presente
- degenero
- degeneras
- degenera
- degeneramos
- degeneráis
- degeneran
imperfecto
- degeneraba
- degenerabas
- degeneraba
- degenerábamos
- degenerabais
- degeneraban
indefinido
- degeneré
- degeneraste
- degeneró
- degeneramos
- degenerasteis
- degeneraron
fut. de ind.
- degeneraré
- degenerarás
- degenerará
- degeneraremos
- degeneraréis
- degenerarán
condic.
- degeneraría
- degenerarías
- degeneraría
- degeneraríamos
- degeneraríais
- degenerarían
pres. de subj.
- que degenere
- que degeneres
- que degenere
- que degeneremos
- que degeneréis
- que degeneren
imp. de subj.
- que degenerara
- que degeneraras
- que degenerara
- que degeneráramos
- que degenerarais
- que degeneraran
miscelánea
- ¡degenera!
- ¡degenerad!
- ¡no degeneres!
- ¡no degeneréis!
- degenerado
- degenerando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
Vertaal Matrix voor degenerar:
Synoniemen voor "degenerar":
Wiktionary: degenerar
degenerar
verb
-
intr|nld
-
overgaan in iets verkeerds
-
ten kwade veranderen in iets