Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. de paso:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor de paso (Spaans) in het Nederlands

de paso:

de paso bijvoeglijk naamwoord

  1. de paso (de pasada)
    losjes; terloops; in het voorbijgaan
  2. de paso (pasajero; fugaz)
    vluchtig; kortstondig; terloops; haastig

Vertaal Matrix voor de paso:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
haastig de paso; fugaz; pasajero a escape; a toda prisa; a toda velocidad; a todo andar; acuciado; agitado; apresuradamente; apresurado; aprisa; con prisa; de prisa; de prisa y corriendo; en seguida; nervioso; precipitadamente; presuroso; pronto; rápidamente; rápido
kortstondig de paso; fugaz; pasajero entretanto; por el momento; provisional; provisionalmente; temporal; temporaneo
terloops de pasada; de paso; fugaz; pasajero al lado; aparte; hacia un lado; lateral
vluchtig de paso; fugaz; pasajero
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
losjes de pasada; de paso alegre; despreocupado; fresco; frívolo; relajado
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
in het voorbijgaan de pasada; de paso

Wiktionary: de paso


Cross Translation:
FromToVia
de paso apropos; tussen haakjes à propos — Traductions à trier suivant le sens

Verwante vertalingen van de paso