Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal dato

Vertaal dato van Spaans naar Nederlands

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

dato:
- feit; gegeven; bekend feit; kennisoverdracht; informatie
Wiktionary:
- dato → gegeven

Spaans

Uitgebreide vertaling voor dato (Spaans) in het Nederlands

dato:

dato [el ~] zelfstandig naamwoord

el dato (hecho)
het feit
- feit [het ~] zelfstandig naamwoord
el dato (hecho; especificación; especificaciones; indicaciones)
het gegeven; bekend feit
- gegeven [het ~] zelfstandig naamwoord
- bekend feit [znw.] zelfstandig naamwoord
el dato (transferencia de conocimientos; información; informe; orientación; esclarecimiento; dilucidación; aclaración; explicación; ilustración)
de kennisoverdracht; de informatie
- kennisoverdracht [de ~] zelfstandig naamwoord
- informatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dato:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bekend feit	dato; especificaciones; especificación; hecho; indicaciones
feit	dato; hecho	acto; cuestión; disputa; hecho; incidente; materia de discusión; negocio; objeto de discusión; suceso; transacción; trato; tópico
gegeven	dato; especificaciones; especificación; hecho; indicaciones
informatie	aclaración; dato; dilucidación; esclarecimiento; explicación; ilustración; información; informe; orientación; transferencia de conocimientos	aviso; comunicación; informaciones; información; notificación
kennisoverdracht	aclaración; dato; dilucidación; esclarecimiento; explicación; ilustración; información; informe; orientación; transferencia de conocimientos
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gegeven		entregado; hecho entrega

Synoniemen voor "dato":

elemento; factor; aspecto; punto
número; cifra; cantidad
noticia; referencia; antecedente; circunstancia; documento; nota; apunte; reseña

Wiktionary: dato

Cross Translation:

From	To	Via
• dato	→ gegeven	↔ data — information