Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal dádiva

Vertaal dádiva van Spaans naar Nederlands

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

dádiva:
- capaciteit; bekwaamheid; talent; aanleg; gave; kundigheid; knobbel; begaafdheid; scherpzinnigheid; vernuft

Spaans

Uitgebreide vertaling voor dádiva (Spaans) in het Nederlands

dádiva:

dádiva [la ~] zelfstandig naamwoord

la dádiva (talento; genio; persona con talento; capacidad; genialidad)
de capaciteit; de bekwaamheid; het talent; de aanleg; de gave; de kundigheid; de knobbel; de begaafdheid; de scherpzinnigheid; het vernuft
- capaciteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- bekwaamheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- talent [het ~] zelfstandig naamwoord
- aanleg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- gave [de ~] zelfstandig naamwoord
- kundigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- knobbel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- begaafdheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- scherpzinnigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vernuft [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dádiva:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aanleg	capacidad; dádiva; genialidad; genio; persona con talento; talento
begaafdheid	capacidad; dádiva; genialidad; genio; persona con talento; talento
bekwaamheid	capacidad; dádiva; genialidad; genio; persona con talento; talento	aptitud; capacidad; competencia; destreza; experiencia; potencia; presteza
capaciteit	capacidad; dádiva; genialidad; genio; persona con talento; talento	aptitud; capacidad; carga máxima; competencia; don; energía; fuerza; poder; potencia; tamaño; volumen
gave	capacidad; dádiva; genialidad; genio; persona con talento; talento
knobbel	capacidad; dádiva; genialidad; genio; persona con talento; talento	agrandamiento; ampliación; aumento; bollo; borla; brocha; bulto; crecimiento; hinchazón; nudo; roncha; tumor
kundigheid	capacidad; dádiva; genialidad; genio; persona con talento; talento	arte; conocimientos; destreza; experiencia; habilidad; pericia; saber; talento
scherpzinnigheid	capacidad; dádiva; genialidad; genio; persona con talento; talento	agudeza; perspicacia; sagacidad; sutileza
talent	capacidad; dádiva; genialidad; genio; persona con talento; talento
vernuft	capacidad; dádiva; genialidad; genio; persona con talento; talento	don; entendimiento; facultad de pensar; genialidad; genio; ingeniosidad; intelecto; inteligencia; mente; razón; talento

Verwante woorden van "dádiva":

dádivas

Synoniemen voor "dádiva":

libranza; talón; libramiento; pagaré; cheque; giro; entrega; póliza; otorgamiento; adjudicación; ofrenda; donación; concesión
limosna; socorro; caridad; donativo; óbolo; auxilio; ayuda
obsequio; regalo; agasajo; gratificación; legado; presente

Computer vertaling door derden: