Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. cuya:
  2. cuyo:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor cuya (Spaans) in het Nederlands

cuya:

cuya bijvoeglijk naamwoord

  1. cuya (de lo que; de qué; de dónde; )
    waarvan
  2. cuya (cuyo)
    wier; welker
    • wier bijvoeglijk naamwoord
    • welker bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor cuya:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wier alga
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
waarvan cuya; cuyo; de donde; de dónde; de lo que; de qué; del que
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
welker cuya; cuyo
wier cuya; cuyo

Verwante woorden van "cuya":


Wiktionary: cuya


Cross Translation:
FromToVia
cuya van wie; wiens; wier whose — of whom (relative)
cuya waarvan whose — of which (relative)

cuya vorm van cuyo:

cuyo bijvoeglijk naamwoord

  1. cuyo (de lo que; de qué; de dónde; )
    waarvan
  2. cuyo
    wiens
    • wiens bijvoeglijk naamwoord
  3. cuyo (cuya)
    wier; welker
    • wier bijvoeglijk naamwoord
    • welker bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor cuyo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wier alga
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
waarvan cuya; cuyo; de donde; de dónde; de lo que; de qué; del que
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
welker cuya; cuyo
wiens cuyo
wier cuya; cuyo

Verwante woorden van "cuyo":

  • cuya, cuyas, cuyos

Wiktionary: cuyo


Cross Translation:
FromToVia
cuyo van wie; wiens; wier whose — of whom (relative)
cuyo waarvan whose — of which (relative)
cuyo waarvan; waarvandaan; waarom; waarover dont — De qui, de quoi, duquel, de laquelle, desquels, desquelles.

Verwante vertalingen van cuya