Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal curiosear

Vertaal curiosear van Spaans naar Nederlands

Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. curiosear:
  2. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor curiosear (Spaans) in het Nederlands

curiosear:

curiosear werkwoord

  1. curiosear
    snuffelen
    • snuffelen werkwoord (snuffel, snuffelt, snuffelde, snuffelden, gesnuffeld)
  2. curiosear (husmear en; rastrear)
    speuren; neuzen
    • speuren werkwoord (speur, speurt, speurde, speurden, gespeurd)
    • neuzen werkwoord (neus, neust, neusde, neusden, geneusd)
  3. curiosear (husmear en; rastrear; descubrir; )
    rechercheren; snuffelen; speuren; naspeuring doen
    • rechercheren werkwoord (rechercheer, rechercheert, rechercheerde, rechercheerden, gerechercheerd)
    • snuffelen werkwoord (snuffel, snuffelt, snuffelde, snuffelden, gesnuffeld)
    • speuren werkwoord (speur, speurt, speurde, speurden, gespeurd)
    • naspeuring doen werkwoord
  4. curiosear (mirar a su alrededor; fisgar; vagar; )
    rondkijken; rondneuzen; struinen; om zich heen kijken; rondscharrelen; rondsnuffelen
    • rondkijken werkwoord (kijk rond, kijkt rond, keek rond, keken rond, rondgekeken)
    • rondneuzen werkwoord (neus rond, neust rond, neusde rond, neusden rond, rondgeneusd)
    • struinen werkwoord (struin, struint, struinde, struinden, gestruind)
    • rondscharrelen werkwoord (scharrel rond, scharrelt rond, scharrelde rond, scharrelden rond, rondgescharreld)
    • rondsnuffelen werkwoord (snuffel rond, snuffelt rond, snuffelde rond, snuffelden rond, rondgesnuffeld)
  5. curiosear (olfatear; hurgar; husmear; )
    snuffelen aan

Conjugations for curiosear:

presente
  1. curioseo
  2. curioseas
  3. curiosea
  4. curioseamos
  5. curioseáis
  6. curiosean
imperfecto
  1. curioseaba
  2. curioseabas
  3. curioseaba
  4. curioseábamos
  5. curioseabais
  6. curioseaban
indefinido
  1. curioseé
  2. curioseaste
  3. curioseó
  4. curioseamos
  5. curioseasteis
  6. curiosearon
fut. de ind.
  1. curiosearé
  2. curiosearás
  3. curioseará
  4. curiosearemos
  5. curiosearéis
  6. curiosearán
condic.
  1. curiosearía
  2. curiosearías
  3. curiosearía
  4. curiosearíamos
  5. curiosearíais
  6. curiosearían
pres. de subj.
  1. que curiosee
  2. que curiosees
  3. que curiosee
  4. que curioseemos
  5. que curioseéis
  6. que curioseen
imp. de subj.
  1. que curioseara
  2. que curiosearas
  3. que curioseara
  4. que curioseáramos
  5. que curiosearais
  6. que curiosearan
miscelánea
  1. ¡curiosea!
  2. ¡curiosead!
  3. ¡no curiosees!
  4. ¡no curioseéis!
  5. curioseado
  6. curioseando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor curiosear:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
naspeuring doen absorber por la nariz; curiosear; descubrir; divisar; esnifar; husmear en; rastrear; seguir el rastro de
neuzen curiosear; husmear en; rastrear
om zich heen kijken curiosear; fisgar; husmear; mirar a su alrededor; recorrer con la mirada; vagabundear; vagabundear sin rumbo; vagar
rechercheren absorber por la nariz; curiosear; descubrir; divisar; esnifar; husmear en; rastrear; seguir el rastro de
rondkijken curiosear; fisgar; husmear; mirar a su alrededor; recorrer con la mirada; vagabundear; vagabundear sin rumbo; vagar
rondneuzen curiosear; fisgar; husmear; mirar a su alrededor; recorrer con la mirada; vagabundear; vagabundear sin rumbo; vagar
rondscharrelen curiosear; fisgar; husmear; mirar a su alrededor; recorrer con la mirada; vagabundear; vagabundear sin rumbo; vagar
rondsnuffelen curiosear; fisgar; husmear; mirar a su alrededor; recorrer con la mirada; vagabundear; vagabundear sin rumbo; vagar
snuffelen absorber por la nariz; curiosear; descubrir; divisar; esnifar; husmear en; rastrear; seguir el rastro de agarrar; hurgar; hurgar en; pillar; revolver
snuffelen aan curiosear; escarbar; fisgar; flirtear; hurgar; husmear; olfatear
speuren absorber por la nariz; curiosear; descubrir; divisar; esnifar; husmear en; rastrear; seguir el rastro de examinar; explorar; explorar a fondo; investigar
struinen curiosear; fisgar; husmear; mirar a su alrededor; recorrer con la mirada; vagabundear; vagabundear sin rumbo; vagar

Synoniemen voor "curiosear":


Wiktionary: curiosear

curiosear
verb
  1. iemand onopgemerkt in de gaten houden
  2. nieuwsgierig doorzoeken

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0458 seconde
Page rendered in 1.0 seconds