Cristal in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

cristal:
- raam; glas; vensterglas; ruit; kristal; ruitje; vierkantje; carré
Wiktionary:
- cristal → kristal
- cristal → kristal, glas, ijskristal

Spaans

Uitgebreide vertaling voor cristal (Spaans) in het Nederlands

el cristal (ventana)
het raam; het glas; het vensterglas; de ruit
- raam [het ~] zelfstandig naamwoord
- glas [het ~] zelfstandig naamwoord
- vensterglas [het ~] zelfstandig naamwoord
- ruit [de ~] zelfstandig naamwoord
el cristal
het kristal
- kristal [het ~] zelfstandig naamwoord
el cristal (cristal pequeño; cuadro; vidrio; cuadrícula; cuadradito; cuadrado; rombo; cuadrito)
het ruitje; het vierkantje
- ruitje [het ~] zelfstandig naamwoord
- vierkantje [het ~] zelfstandig naamwoord
el cristal (cuadrícula; cuadrado; cuadro; bloque; manzana de casas; cuadrito; cuadradito)
de carré
- carré [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
carré	bloque; cristal; cuadradito; cuadrado; cuadrito; cuadro; cuadrícula; manzana de casas
glas	cristal; ventana	Glass; transparencia en ventanas; vaso; vidrio
kristal	cristal
raam	cristal; ventana	encuadramiento; ventana
ruit	cristal; ventana	ventana
ruitje	cristal; cristal pequeño; cuadradito; cuadrado; cuadrito; cuadro; cuadrícula; rombo; vidrio
vensterglas	cristal; ventana
vierkantje	cristal; cristal pequeño; cuadradito; cuadrado; cuadrito; cuadro; cuadrícula; rombo; vidrio

cristal

noun

kristallografie|nld een hoeveelheid ordelijk gerangschikte atomen of moleculen in vaste vorm
- kristal → cristal

Cross Translation:

From	To	Via
• cristal	→ kristal	↔ crystal — array of atoms
• cristal	→ kristal	↔ crystal — mineral
• cristal	→ kristal	↔ crystal — glassware
• cristal	→ glas	↔ glass — substance
• cristal	→ ijskristal	↔ Eiskristall — durch das Gefrieren von Wasser entstandener durchsichtiger und natürlicher Kristall
• cristal	→ kristal	↔ Kristall — homogener Körper, der eine periodische, dreidimensionale Struktur hat
• cristal	→ kristal	↔ cristal — corps solide homogène composé d'atomes ou de molécules dont l'organisation dans l'espace est une répétition régulière et périodique qui définit la perfection géométrique du cristal isolé.