Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. cotidiano:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor cotidiano (Spaans) in het Nederlands

cotidiano:

cotidiano bijvoeglijk naamwoord

  1. cotidiano (común; mediocre)
    alledaagse

cotidiano [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el cotidiano (día de cada día)
    de weekdag
    • weekdag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cotidiano:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
weekdag cotidiano; día de cada día
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alledaagse común; cotidiano; mediocre

Verwante woorden van "cotidiano":

  • cotidiana, cotidianas, cotidianos

Synoniemen voor "cotidiano":


Wiktionary: cotidiano

cotidiano
adjective
  1. iedere dag voorkomend

Cross Translation:
FromToVia
cotidiano dagelijks daily — that occurs every day
cotidiano alledaags quotidian — daily
cotidiano alledaags; banaal; gewoon quotidian — common, mundane
cotidiano daags; alledaags; dagelijks quotidien — De chaque jour. (Sens général).