Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal cosquilleo

Vertaal cosquilleo van Spaans naar Nederlands

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

cosquilleo:
- gekietel; gekriebel; kriebeling
cosquillear:
- kittelen; kietelen; kriebelen
Wiktionary:
- cosquillear → kietelen
- cosquillear → kietelen, kriebelen

Spaans

Uitgebreide vertaling voor cosquilleo (Spaans) in het Nederlands

cosquilleo:

cosquilleo [el ~] zelfstandig naamwoord

el cosquilleo
gekietel; het gekriebel
- gekietel [znw.] zelfstandig naamwoord
- gekriebel [het ~] zelfstandig naamwoord
el cosquilleo (comezón; cosquilla)
de kriebeling
- kriebeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cosquilleo:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gekietel	cosquilleo
gekriebel	cosquilleo
kriebeling	comezón; cosquilla; cosquilleo

cosquillear:

cosquillear werkwoord

cosquillear (dar picazón; picar; hacer cosquillas; hormiguear)
kittelen; kietelen
- kittelen werkwoord (kittel, kittelt, kittelde, kittelden, gekitteld)
- kietelen werkwoord (kietel, kietelt, kietelde, kietelden, gekieteld)
cosquillear (picar; hacer cosquillas; hormiguear; dar picazón)
kriebelen
- kriebelen werkwoord (kriebel, kriebelt, kriebelde, kriebelden, gekriebeld)

Conjugations for cosquillear:

presente

cosquilleo
cosquilleas
cosquillea
cosquilleamos
cosquilleáis
cosquillean

imperfecto

cosquilleaba
cosquilleabas
cosquilleaba
cosquilleábamos
cosquilleabais
cosquilleaban

indefinido

cosquilleé
cosquilleaste
cosquilleó
cosquilleamos
cosquilleasteis
cosquillearon

fut. de ind.

cosquillearé
cosquillearás
cosquilleará
cosquillearemos
cosquillearéis
cosquillearán

condic.

cosquillearía
cosquillearías
cosquillearía
cosquillearíamos
cosquillearíais
cosquillearían

pres. de subj.

que cosquillee
que cosquillees
que cosquillee
que cosquilleemos
que cosquilleéis
que cosquilleen

imp. de subj.

que cosquilleara
que cosquillearas
que cosquilleara
que cosquilleáramos
que cosquillearais
que cosquillearan

miscelánea

¡cosquillea!
¡cosquillead!
¡no cosquillees!
¡no cosquilleéis!
cosquilleado
cosquilleando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor cosquillear:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kietelen	cosquillear; dar picazón; hacer cosquillas; hormiguear; picar
kittelen	cosquillear; dar picazón; hacer cosquillas; hormiguear; picar
kriebelen	cosquillear; dar picazón; hacer cosquillas; hormiguear; picar

Wiktionary: cosquillear

cosquillear

verb

het prikkelen van gevoelige stukken huid bij anderen door middel van licht aanraken
- kietelen → cosquillear

Cross Translation:

From	To	Via
• cosquillear	→ kietelen; kriebelen	↔ chatouiller — causer, par des attouchements légers et répétés, un tressaillement qui provoquer généralement le rire.