Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal converger

Vertaal converger van Spaans naar Nederlands

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

converger:
- samenkomen; bijeen komen
Wiktionary:
- converger → samenkomen

Spaans

Uitgebreide vertaling voor converger (Spaans) in het Nederlands

converger:

converger werkwoord

converger (reunirse; encontrarse; juntarse; confluir)
samenkomen; bijeen komen
- samenkomen werkwoord (kom samen, komt samen, kwam samen, kwamen samen, samengekomen)
- bijeen komen werkwoord

Conjugations for converger:

presente

converjo
converges
converge
convergemos
convergéis
convergen

imperfecto

convergía
convergías
convergía
convergíamos
convergíais
convergían

indefinido

convergí
convergiste
convergió
convergimos
convergisteis
convergieron

fut. de ind.

convergeré
convergerás
convergerá
convergeremos
convergeréis
convergerán

condic.

convergería
convergerías
convergería
convergeríamos
convergeríais
convergerían

pres. de subj.

que converja
que converjas
que converja
que converjamos
que converjáis
que converjan

imp. de subj.

que convergiera
que convergieras
que convergiera
que convergiéramos
que convergierais
que convergieran

miscelánea

¡converge!
¡converged!
¡no converjas!
¡no converjáis!
convergido
convergiendo

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor converger:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
samenkomen		reunirse
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bijeen komen	confluir; converger; encontrarse; juntarse; reunirse
samenkomen	confluir; converger; encontrarse; juntarse; reunirse	encontrarse; juntarse; quedarse; reunirse; verse

Wiktionary: converger

Cross Translation:

From	To	Via
• converger	→ samenkomen	↔ converge — to approach each other