Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal contrario

Vertaal contrario van Spaans naar Nederlands

Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. contrario:
  2. contrariar:
  3. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor contrario (Spaans) in het Nederlands

contrario:

contrario bijvoeglijk naamwoord

  1. contrario (opuesto; incompatible)
    contrasterend; strijdig
  2. contrario (contradictorio; opuesto)
    tegenstrijdig met; in strijd met
  3. contrario (al revés; inverso; invertido; )
    omgekeerd; binnenstebuiten
  4. contrario
    contrair
  5. contrario (enemigo; conminatorio)
    vijandig; vijandelijk
  6. contrario (que tiene aversión a; hostil; enemigo; conminatorio)
    afkerig van; vijandig

contrario [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el contrario (oponente; enemigo; opositor; objetante; partido contrario)
    de tegenspeler
  2. el contrario (lo contrario; opuesto)
    tegenovergestelde

Vertaal Matrix voor contrario:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tegenovergestelde contrario; lo contrario; opuesto lo contrario; opuesto
tegenspeler contrario; enemigo; objetante; oponente; opositor; partido contrario
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
contrair contrario
omgekeerd a la inversa; al contrario; al revés; contrario; dado la vuelta; del revés; inverso; invertido; opuesto; trastornado; volcado al contrario; al revés; boca abajo; dado la vuelta; patas arriba; trastornado
strijdig contrario; incompatible; opuesto a través; contra; contra eso; contra esto; contradictorio; en contra de
vijandelijk conminatorio; contrario; enemigo
vijandig conminatorio; contrario; enemigo; hostil; que tiene aversión a detestable; enemigo; malicioso; odioso; sarcástico
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
binnenstebuiten a la inversa; al contrario; al revés; contrario; dado la vuelta; del revés; inverso; invertido; opuesto; trastornado; volcado
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afkerig van conminatorio; contrario; enemigo; hostil; que tiene aversión a
contrasterend contrario; incompatible; opuesto
in strijd met contradictorio; contrario; opuesto
tegenstrijdig met contradictorio; contrario; opuesto

Verwante woorden van "contrario":

  • contraria, contrarias, contrarios

Synoniemen voor "contrario":


Wiktionary: contrario

contrario
adjective
  1. tegengesteld, tegenstrijdig
  2. kwalijk, schadelijk
  3. (wiskunde, nld) tegenstrijdig
  4. de negatieve waarde van iets hebbend
  5. precies andersom
noun
  1. hetgeen wat precies voorstelt wat iets helemaal niet is
Cross Translation:
FromToVia
• contrario → tegenwerkend; tegenwerkende ↔ cross — opposite, opposed to
• contrario → tegendeel; tegengestelde; tegenpool ↔ contraire — Concept inverse, logiquement opposé.

contrario vorm van contrariar:

contrariar werkwoord

  1. contrariar (parar; hacer la contra; obstaculizar; )
    tegenwerken; dwarsbomen; dwarsliggen
    • tegenwerken werkwoord (werk tegen, werkt tegen, werkte tegen, werkten tegen, tegengewerkt)
    • dwarsbomen werkwoord (dwarsboom, dwarsboomt, dwarsboomde, dwarsboomden, gedwarsboomd)
    • dwarsliggen werkwoord (lig dwars, ligt dwars, lag dwars, lagen dwars, dwarsgelegen)
  2. contrariar (comportarse de forma mezquina; trapacear; molestar; )
    harrewarren
  3. contrariar (armar jaleo; echar un follón; preocupar; fastidiar; trapacear)
    dwarszitten; op zijn hart hebben

Conjugations for contrariar:

presente
  1. contrario
  2. contrarias
  3. contraria
  4. contrariamos
  5. contrariáis
  6. contrarian
imperfecto
  1. contrariaba
  2. contrariabas
  3. contrariaba
  4. contrariábamos
  5. contrariabais
  6. contrariaban
indefinido
  1. contrarié
  2. contrariaste
  3. contrarió
  4. contrariamos
  5. contrariasteis
  6. contrariaron
fut. de ind.
  1. contrariaré
  2. contrariarás
  3. contrariará
  4. contrariaremos
  5. contrariaréis
  6. contrariarán
condic.
  1. contrariaría
  2. contrariarías
  3. contrariaría
  4. contrariaríamos
  5. contrariaríais
  6. contrariarían
pres. de subj.
  1. que contrarie
  2. que contraries
  3. que contrarie
  4. que contrariemos
  5. que contrariéis
  6. que contrarien
imp. de subj.
  1. que contrariara
  2. que contrariaras
  3. que contrariara
  4. que contrariáramos
  5. que contrariarais
  6. que contrariaran
miscelánea
  1. ¡contraria!
  2. ¡contrariad!
  3. ¡no contraries!
  4. ¡no contrariéis!
  5. contrariado
  6. contrariando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor contrariar:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dwarsbomen contrariar; contrarrestar; dificultar; estorbar; hacer la contra; llevar la contraria; malograr; obstaculizar; parar
dwarsliggen contrariar; contrarrestar; dificultar; estorbar; hacer la contra; llevar la contraria; malograr; obstaculizar; parar
dwarszitten armar jaleo; contrariar; echar un follón; fastidiar; preocupar; trapacear
harrewarren armar jaleo; comportarse de forma mezquina; contrariar; fastidiar; molestar; preocupar; trapacear
op zijn hart hebben armar jaleo; contrariar; echar un follón; fastidiar; preocupar; trapacear
tegenwerken contrariar; contrarrestar; dificultar; estorbar; hacer la contra; llevar la contraria; malograr; obstaculizar; parar complicar; complicarse; dificultar; obstaculizar

Synoniemen voor "contrariar":


Wiktionary: contrariar

contrariar
verb
  1. tegenwerken, moeilijkheden geven
  2. zich tegen iets verzetten
Cross Translation:
FromToVia
• contrariar → dwarsbomen ↔ thwart — to prevent; to halt; to cause failure

Verwante vertalingen van contrario







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0892 seconde
Page rendered in 1.0 seconds