Spaans

Uitgebreide vertaling voor consideren (Spaans) in het Nederlands

consideren vorm van considerar:

considerar werkwoord

  1. considerar (contemplar; pensar; reflexionar sobre; )
    beschouwen; overwegen; overdenken; afwegen
    • beschouwen werkwoord (beschouw, beschouwt, beschouwde, beschouwden, beschouwd)
    • overwegen werkwoord (overweeg, overweegt, overwoog, overwogen, overwogen)
    • overdenken werkwoord (overdenk, overdenkt, overdacht, overdachten, overdacht)
    • afwegen werkwoord (weeg af, weegt af, woog af, wogen af, afgewogen)
  2. considerar (deliberar; conferenciar)
    overwegen; beraadslagen
    • overwegen werkwoord (overweeg, overweegt, overwoog, overwogen, overwogen)
    • beraadslagen werkwoord (beraadslaag, beraadslaagt, beraadslaagde, beraadslaagden, beraadslaagd)
    overleggen
    – het praten erover 1
    • overleggen werkwoord (overleg, overlegt, overlegde, overlegden, overlegd)
  3. considerar (reflexionar; pensar; contemplar; )
    beschouwen; nadenken; overdenken; overpeinzen; bedenken; bespiegelen; peinzen
    • beschouwen werkwoord (beschouw, beschouwt, beschouwde, beschouwden, beschouwd)
    • nadenken werkwoord (denk na, denkt na, dacht na, dachten na, nagedacht)
    • overdenken werkwoord (overdenk, overdenkt, overdacht, overdachten, overdacht)
    • overpeinzen werkwoord (overpeins, overpeinst, overpeinsde, overpeinsden, overpeinsd)
    • bedenken werkwoord (bedenk, bedenkt, bedacht, bedachten, bedacht)
    • bespiegelen werkwoord (bespiegel, bespiegelt, bespiegelde, bespiegelden, bespiegeld)
    • peinzen werkwoord (peins, peinst, peinsde, peinsden, gepeinsd)
  4. considerar (creer; suponer; presumir; asumir; creer en)
    geloven; aannemen
    • geloven werkwoord (geloof, gelooft, geloofde, geloofden, geloofd)
    • aannemen werkwoord (neem aan, neemt aan, nam aan, namen aan, aangenomen)
  5. considerar (appreciar; adivinar; estimar; conjeturar; hacer conjeturas)
    overwegen; afwegen; overdenken
    • overwegen werkwoord (overweeg, overweegt, overwoog, overwogen, overwogen)
    • afwegen werkwoord (weeg af, weegt af, woog af, wogen af, afgewogen)
    • overdenken werkwoord (overdenk, overdenkt, overdacht, overdachten, overdacht)
  6. considerar
    overdenken; consideren; afwegen; beraden; iets overwegen
    • overdenken werkwoord (overdenk, overdenkt, overdacht, overdachten, overdacht)
    • consideren werkwoord
    • afwegen werkwoord (weeg af, weegt af, woog af, wogen af, afgewogen)
    • beraden werkwoord (beraad, beraadt, beraadde, beraadden, beraden)
    • iets overwegen werkwoord
  7. considerar (pensar; estudiar; reflexionar; meditar; reflexionar sobre)
    overwegen; in overweging nemen; considereren
  8. considerar (consultar a; deliberar; reflexionar sobre; reflexionar)
  9. considerar (tener objeciones a; observar; nombrar; )
    aanmerken
    • aanmerken werkwoord (merk aan, merkt aan, merkte aan, merkten aan, aangemerkt)
  10. considerar (considerar como; nombrar)

Conjugations for considerar:

presente
  1. considero
  2. consideras
  3. considera
  4. consideramos
  5. consideráis
  6. consideran
imperfecto
  1. consideraba
  2. considerabas
  3. consideraba
  4. considerábamos
  5. considerabais
  6. consideraban
indefinido
  1. consideré
  2. consideraste
  3. consideró
  4. consideramos
  5. considerasteis
  6. consideraron
fut. de ind.
  1. consideraré
  2. considerarás
  3. considerará
  4. consideraremos
  5. consideraréis
  6. considerarán
condic.
  1. consideraría
  2. considerarías
  3. consideraría
  4. consideraríamos
  5. consideraríais
  6. considerarían
pres. de subj.
  1. que considere
  2. que consideres
  3. que considere
  4. que consideremos
  5. que consideréis
  6. que consideren
imp. de subj.
  1. que considerara
  2. que consideraras
  3. que considerara
  4. que consideráramos
  5. que considerarais
  6. que consideraran
miscelánea
  1. ¡considera!
  2. ¡considerad!
  3. ¡no consideres!
  4. ¡no consideréis!
  5. considerado
  6. considerando
1. yo, 2. tĆŗ, 3. Ć©l/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor considerar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aannemen adoptir; presunción; suposición
afwegen consideración
bespiegelen contemplación
overwegen consideración
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanmerken considerar; nombrar; notar; observar; proponer; reprender; señalar; tener objeciones a
aannemen asumir; considerar; creer; creer en; presumir; suponer aceptar; aceptar relagar; acotar; adoptar; asumir; emplear; presumir; recibir; reclutar; suponer; tomar posesión de
afwegen adivinar; appreciar; conjeturar; conmemorar; considerar; contemplar; estimar; estudiar; examinar; hacer conjeturas; pensar; reflectar; reflejar; reflexionar; reflexionar sobre calcular; comprobar; estimar; medir; pesar; sopesar; tasar; valorar
bedenken agradar; considerar; contemplar; fantasear; idear; meditar; pensar; reflexionar; reflexionar sobre acordarse; apretar; compendiar; comprimir; concentrarse; condensarse; divagar; estrujar; fantasear; idear; imaginar; inventar; inventar un plan; pensar; planear; recordar; tramar; urdir
beraadslagen conferenciar; considerar; deliberar
beraden considerar
beschouwen agradar; conmemorar; considerar; contemplar; estudiar; examinar; fantasear; idear; meditar; pensar; reflectar; reflejar; reflexionar; reflexionar sobre
bespiegelen agradar; considerar; contemplar; fantasear; idear; meditar; pensar; reflexionar; reflexionar sobre
consideren considerar
considereren considerar; estudiar; meditar; pensar; reflexionar; reflexionar sobre
geloven asumir; considerar; creer; creer en; presumir; suponer
iets overwegen considerar
in overweging nemen considerar; estudiar; meditar; pensar; reflexionar; reflexionar sobre
nadenken agradar; considerar; contemplar; fantasear; idear; meditar; pensar; reflexionar; reflexionar sobre pensar; reflexionar
op het oog hebben considerar; considerar como; nombrar
overdenken adivinar; agradar; appreciar; conjeturar; conmemorar; considerar; contemplar; estimar; estudiar; examinar; fantasear; hacer conjeturas; idear; meditar; pensar; reflectar; reflejar; reflexionar; reflexionar sobre
overleggen conferenciar; considerar; deliberar
overpeinzen agradar; considerar; contemplar; fantasear; idear; meditar; pensar; reflexionar; reflexionar sobre
overwegen adivinar; appreciar; conferenciar; conjeturar; conmemorar; considerar; contemplar; deliberar; estimar; estudiar; examinar; hacer conjeturas; meditar; pensar; reflectar; reflejar; reflexionar; reflexionar sobre
peinzen agradar; considerar; contemplar; fantasear; idear; meditar; pensar; reflexionar; reflexionar sobre pensar; reflexionar
raad inwinnen considerar; consultar a; deliberar; reflexionar; reflexionar sobre
zich beraden considerar; consultar a; deliberar; reflexionar; reflexionar sobre

Synoniemen voor "considerar":


Wiktionary: considerar

considerar
verb
  1. gedachten laten gaan over, denken over
  2. de voor- en nadelen bezien alvorens een beslissing te nemen

Cross Translation:
FromToVia
considerar overwegen consider — think of doing
considerar vinden; beschouwen consider — assign some quality to
considerar bedenken; beachten; overwegen bedenken — sich gedanklich mit etwas auseinandersetzen
considerar rekening houden berücksichtigen — auf jemanden, etwas Rücksicht nehmen; jemanden, etwas in Betracht ziehen
considerar beschouwen; nagaan; overwegen; rekening houden met considérerregarder attentivement.

Computer vertaling door derden: