Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
- conservar:
-
Wiktionary:
- conservar → behouden, bespreken, bewaren, conserveren
- conservar → behouden, bewaren, verplegen, verzorgen, bergen, conserveren, onderhouden, overhouden, openhouden, reserveren, vrijhouden, bespreken, boeken
Spaans
Uitgebreide vertaling voor conservar (Spaans) in het Nederlands
conservar:
-
conservar (guardar)
-
conservar (guardar)
instandhouden; conserveren-
instandhouden werkwoord (hou in stand, houdt in stand, hield in stand, hielden in stand, in stand gehouden)
-
-
conservar (adobar; derrotar; conservar en adobo; enlatar; poner en adobo)
-
conservar (proteger; guardar)
-
conservar (mantener)
in stand houden; onderhouden; behouden-
in stand houden werkwoord (houd in stand, houdt in stand, hield in stand, hielden in stand, in stand gehouden)
-
-
conservar (preservar)
-
conservar
-
conservar
-
conservar (salar; conservar en adobo; echar en sal; contener; acaparar; adobar; salarse; poner en salmuera)
-
conservar (salar; adobar; salarse; conservar en adobo; echar en sal; poner en adobo; poner en salmuera)
-
conservar (colocarse; insertar; poner; imponer; destinar; depositar; interponer; meter entre)
Conjugations for conservar:
presente
- conservo
- conservas
- conserva
- conservamos
- conserváis
- conservan
imperfecto
- conservaba
- conservabas
- conservaba
- conservábamos
- conservabais
- conservaban
indefinido
- conservé
- conservaste
- conservó
- conservamos
- conservasteis
- conservaron
fut. de ind.
- conservaré
- conservarás
- conservará
- conservaremos
- conservaréis
- conservarán
condic.
- conservaría
- conservarías
- conservaría
- conservaríamos
- conservaríais
- conservarían
pres. de subj.
- que conserve
- que conserves
- que conserve
- que conservemos
- que conservéis
- que conserven
imp. de subj.
- que conservara
- que conservaras
- que conservara
- que conserváramos
- que conservarais
- que conservaran
miscelánea
- ¡conserva!
- ¡conservad!
- ¡no conserves!
- ¡no conservéis!
- conservado
- conservando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
Vertaal Matrix voor conservar:
Synoniemen voor "conservar":
Wiktionary: conservar
conservar
Cross Translation:
verb
-
iets niet verliezen
-
vooruit bestellen
-
ervoor zorgen dat iets niet verloren raakt
-
(overgankelijk) verduurzamen, tegen bederf beschermen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• conservar | → behouden; bewaren | ↔ aufbewahren — etwas an einem geeigneten Ort zur späteren Verwendung verwahren |
• conservar | → verplegen; bewaren; verzorgen | ↔ erhalten — (transitiv) etwas bewahren |
• conservar | → behouden | ↔ store — remain in good condition while stored |
• conservar | → behouden; bergen; bewaren; conserveren; onderhouden; overhouden | ↔ conserver — maintenir en bon état, apporter le soin nécessaire pour empêcher qu’une chose ne se gâter, ne dépérir. |
• conservar | → openhouden; reserveren; vrijhouden; bespreken; boeken | ↔ réserver — garder, retenir quelque chose d’un tout, une chose entre plusieurs autres. |