Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. conjura:
  2. conjurar:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor conjura (Spaans) in het Nederlands

conjura:

conjura [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la conjura (conjuración; complot; confabulación)
    de samenzwering; het complot

Vertaal Matrix voor conjura:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
complot complot; confabulación; conjura; conjuración
samenzwering complot; confabulación; conjura; conjuración

conjurar:

conjurar [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el conjurar (conspirar)
    samenzweren; komplotteren

Vertaal Matrix voor conjurar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
komplotteren conjurar; conspirar
samenzweren conjurar; conspirar
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
samenzweren conspirar

Synoniemen voor "conjurar":


Wiktionary: conjurar

conjurar
verb
  1. (overgankelijk) met een toverspreuk onder controle weten te brengen
  2. dringend iets vragen, smeken
  3. geheimelijk met anderen samenwerken ten nadele van een derde partij

Computer vertaling door derden: