Spaans

Uitgebreide vertaling voor conflicto (Spaans) in het Nederlands

conflicto:

conflicto [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el conflicto (diferencia; materia de discusión; controversia)
    de ruzie; het geschil; de kwestie; de twist
    • ruzie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • geschil [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kwestie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • twist [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. el conflicto (pelea; bronca; enfrentamiento; desacuerdo)
    het conflict; de onenigheid; de ruzie; de botsing; de twist
    • conflict [het ~] zelfstandig naamwoord
    • onenigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • ruzie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • botsing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • twist [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. el conflicto (discordia)
    de verdeeldheid; de disharmonie; de scheuring; de vete; het schisma; het conflict; de onenigheid; de tweespalt; de twist; de tweestrijd; de tweedracht
  4. el conflicto (desacuerdo; bronca)
    het meningsverschil; het dispuut; de onenigheid; de woordenwisseling
  5. el conflicto (rencilla; disputa; discusión; debate; controversia)
    het dispuut; de debat; de woordenwisseling; het geschil; redestrijd; de ruzie; het twistgesprek; de woordenstrijd; de twist; de redetwist
  6. el conflicto (lucha; campo; combate; )
    de kamp; het gevecht; de worsteling; de strijd
    • kamp [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gevecht [het ~] zelfstandig naamwoord
    • worsteling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • strijd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  7. el conflicto (argumento; discusión; desacuerdo; )
    het argument
    • argument [het ~] zelfstandig naamwoord
  8. el conflicto (disputa; debate; contienda judicial; )
    de onenigheid; het geschil; de twist
    • onenigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • geschil [het ~] zelfstandig naamwoord
    • twist [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  9. el conflicto
    het conflict
    • conflict [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor conflicto:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
argument argumento; conflicto; controversia; debate; desacuerdo; diferencia de opinión; discrepancia; discusión; disputa; enfrentamiento argumento
botsing bronca; conflicto; desacuerdo; enfrentamiento; pelea atropello; choque; colisión; hit; jaca
conflict bronca; conflicto; desacuerdo; discordia; enfrentamiento; pelea colisión
debat conflicto; controversia; debate; discusión; disputa; rencilla debate; discusión; disputa
disharmonie conflicto; discordia discordia
dispuut bronca; conflicto; controversia; debate; desacuerdo; discusión; disputa; rencilla altercado; debate; discusión; rencilla
geschil altercado; conflicto; contencioso; contienda judicial; controversia; debate; desacuerdo; diferencia; discusión; disputa; litigio; materia de discusión; rencilla
gevecht agarrada; batalla; campo; campo de concentración; combate; conflicto; lucha; parcela; parcelación agarrada; batalla; campamento; combate; pelea; pelea a puñetazos
kamp agarrada; batalla; campo; campo de concentración; combate; conflicto; lucha; parcela; parcelación campamento; centro vacacional; club recreativo; desafío; duelo
kwestie conflicto; controversia; diferencia; materia de discusión asunto; caso; cosa; cuestión; disputa; materia de discusión; negocio; objeto de discusión; problema; tema; transacción; trato; tópico
meningsverschil bronca; conflicto; desacuerdo
onenigheid altercado; bronca; conflicto; contencioso; contienda judicial; controversia; debate; desacuerdo; diferencia; discordia; disputa; enfrentamiento; litigio; pelea desacuerdo; descontento; discordia
redestrijd conflicto; controversia; debate; discusión; disputa; rencilla
redetwist conflicto; controversia; debate; discusión; disputa; rencilla
ruzie bronca; conflicto; controversia; debate; desacuerdo; diferencia; discusión; disputa; enfrentamiento; materia de discusión; pelea; rencilla
scheuring conflicto; discordia cisma; guerra religiosa; lucha religiosa; ruptura
schisma conflicto; discordia cisma; guerra religiosa; lucha religiosa
strijd agarrada; batalla; campo; campo de concentración; combate; conflicto; lucha; parcela; parcelación batalla; baza; carrera; combate; competición; contienda; destreza; encuentro; golpe; guerra; habilidad; lucha; mano; match; partido; pelea; pelotazo
tweedracht conflicto; discordia discordia
tweespalt conflicto; discordia discordia
tweestrijd conflicto; discordia batalla; combate singular; desafío; duelo; falta de resolución; lucha interior; torneo
twist altercado; bronca; conflicto; contencioso; contienda judicial; controversia; debate; desacuerdo; diferencia; discordia; discusión; disputa; enfrentamiento; litigio; materia de discusión; pelea; rencilla distorsión; falseamiento; retorcimiento; tergiversación
twistgesprek conflicto; controversia; debate; discusión; disputa; rencilla
verdeeldheid conflicto; discordia discordia
vete conflicto; discordia animosidad; enemistad; enemistad hereditaria; odio de familia; rencor; resentimiento
woordenstrijd conflicto; controversia; debate; discusión; disputa; rencilla
woordenwisseling bronca; conflicto; controversia; debate; desacuerdo; discusión; disputa; rencilla
worsteling agarrada; batalla; campo; campo de concentración; combate; conflicto; lucha; parcela; parcelación
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
botsing choque

Verwante woorden van "conflicto":

  • conflictos

Synoniemen voor "conflicto":


Wiktionary: conflicto

conflicto
noun
  1. meningsverschil, botsing tussen partijen die onverzoenlijke doelstellingen nastreven

Cross Translation:
FromToVia
conflicto strijd; geschil; conflict conflict — clash or disagreement
conflicto conflict; geschil Konflikt — Gegensatz von Meinungen oder Interessen
conflicto conflict conflit — Lutte armée

Verwante vertalingen van conflicto