Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. condecorar:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor condecora (Spaans) in het Nederlands

condecorar:

condecorar werkwoord

  1. condecorar (determinar; distinguir; diferenciar; )
    onderscheiden; een ereteken geven
  2. condecorar (distinguir; desempeñar; percibir; )
    onderscheiden; uit elkaar houden; uiteenhouden
    • onderscheiden werkwoord (onderscheid, onderscheidt, onderscheidde, onderscheidden, onderscheiden)
    • uit elkaar houden werkwoord (houd uit elkaar, houdt uit elkaar, hield uit elkaar, hielden uit elkaar, uit elkaar gehouden)
    • uiteenhouden werkwoord
  3. condecorar (distinguirse; distinguir; determinar; )
    onderscheiden; van elkaar onderscheiden
    • onderscheiden werkwoord (onderscheid, onderscheidt, onderscheidde, onderscheidden, onderscheiden)
    • van elkaar onderscheiden werkwoord (onderscheid van elkaar, onderscheidt van elkaar, onderscheidde van elkaar, onderscheidden van elkaar, van elkaar onderscheiden)

Conjugations for condecorar:

presente
  1. condecoro
  2. condecoras
  3. condecora
  4. condecoramos
  5. condecoráis
  6. condecoran
imperfecto
  1. condecoraba
  2. condecorabas
  3. condecoraba
  4. condecorábamos
  5. condecorabais
  6. condecoraban
indefinido
  1. condecoré
  2. condecoraste
  3. condecoró
  4. condecoramos
  5. condecorasteis
  6. condecoraron
fut. de ind.
  1. condecoraré
  2. condecorarás
  3. condecorará
  4. condecoraremos
  5. condecoraréis
  6. condecorarán
condic.
  1. condecoraría
  2. condecorarías
  3. condecoraría
  4. condecoraríamos
  5. condecoraríais
  6. condecorarían
pres. de subj.
  1. que condecore
  2. que condecores
  3. que condecore
  4. que condecoremos
  5. que condecoréis
  6. que condecoren
imp. de subj.
  1. que condecorara
  2. que condecoraras
  3. que condecorara
  4. que condecoráramos
  5. que condecorarais
  6. que condecoraran
miscelánea
  1. ¡condecora!
  2. ¡condecorad!
  3. ¡no condecores!
  4. ¡no condecoréis!
  5. condecorado
  6. condecorando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor condecorar:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
een ereteken geven condecorar; destacarse; determinar; diferenciar; diferenciarse; discernir; distinguir; distinguirse
onderscheiden condecorar; cumplir; desempeñar; destacarse; determinar; diferenciar; diferenciarse; discernir; distinguir; distinguirse; divisar; percibir abarcar con la vista; adornar; atisbar; calzar la espuela; contemplar; darse cuenta de; decorar; desempeñar; destacarse; diferenciar; diferenciarse; discernir; distinguir; distinguirse; divisar; experimentar; hojear; luquear; mirar; notar; observar; percatarse de; percibir; reemplazar; señalar; sobresalir; substituir; suplir; ver; vislumbrar
uit elkaar houden condecorar; cumplir; desempeñar; diferenciar; diferenciarse; discernir; distinguir; distinguirse; divisar; percibir
uiteenhouden condecorar; cumplir; desempeñar; diferenciar; diferenciarse; discernir; distinguir; distinguirse; divisar; percibir
van elkaar onderscheiden condecorar; destacarse; determinar; diferenciar; diferenciarse; distinguir; distinguirse
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onderscheiden diferente; múltiple; vario; varios

Synoniemen voor "condecorar":


Wiktionary: condecorar

condecorar
verb
  1. iemands bijzonder gedrag erkennen, bijvoorbeeld middels een medaille