Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
- comprobantes:
-
comprobante:
- bewijs; teken; blijk; bon; coupon; ontvangstbewijs; reçu; akte; bewijsstuk; acte; stortingsbewijs
-
Wiktionary:
- comprobante → bewijsstuk
Spaans
Uitgebreide vertaling voor comprobantes (Spaans) in het Nederlands
comprobantes:
-
el comprobantes (justificantes)
het bewijsmateriaal -
el comprobantes (medio de prueba; justificantes)
het bewijsmiddel
Vertaal Matrix voor comprobantes:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bewijsmateriaal | comprobantes; justificantes | |
bewijsmiddel | comprobantes; justificantes; medio de prueba |
Verwante woorden van "comprobantes":
comprobantes vorm van comprobante:
-
el comprobante (prueba; signo; documento de prueba; muestra)
-
el comprobante (boleto; tarjeta de descuento; cupón; vale; bono)
-
el comprobante (boleto; resguardo de entrega; recibo; recibimiento; albarán; recepción; quitanza; vale; ingreso; marca; multa; acogida; bono; entradas; recaudación; resguardo; liberación; cupón; carta de pago; vale de caja; boleta de caja)
-
el comprobante (documento de prueba; prueba)
-
el comprobante (resguardo de ingreso; boleto; cupón; vale)
Vertaal Matrix voor comprobante:
Verwante woorden van "comprobante":
Synoniemen voor "comprobante":
Wiktionary: comprobante
comprobante
noun
-
een stuk waarin iets als waar wordt gesteld